ECLI:NL:HR:2005:AU6909
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van negatieve inkomsten uit verduistering in de inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om de aftrekbaarheid van negatieve inkomsten in de inkomstenbelasting, specifiek in het kader van verduistering. De belanghebbende, die in de jaren 198* en 198* directeur en enig aandeelhouder was van een vennootschap, heeft gelden van derden verduisterd. De belastingdienst legde een aanslag op voor het jaar 199*, waarop de belanghebbende bezwaar maakte. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarna de belanghebbende in cassatie ging. De Hoge Raad oordeelt dat negatieve inkomsten alleen aftrekbaar zijn als de positieve inkomsten waarmee ze in verband staan, ook in de belastingheffing zijn betrokken. Dit is in lijn met de redelijkheidseisen van de wetgeving. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie voor een deel niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond. De uitspraak van het Hof wordt bevestigd, waarbij de Hoge Raad benadrukt dat de wetgever niet heeft gewild dat negatieve inkomsten in mindering kunnen worden gebracht op een later moment als de positieve inkomsten niet eerder zijn belast. De zaak onderstreept de noodzaak van een zorgvuldige belastingheffing en de gevolgen van verduistering voor de belastingplichtige.