ECLI:NL:HR:2005:AT8946
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- C.J.J. van Maanen
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de ontvankelijkheid van een verzetschrift inzake belastingaanslag
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 juli 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 23 juni 2004. De zaak betreft een verzet tegen een eerder door het Hof genomen beslissing over een belastingaanslag voor het jaar 2000. Het Hof had het beroep van belanghebbende tegen de aanslag niet-ontvankelijk verklaard, waarna belanghebbende verzet heeft aangetekend. Het Hof heeft echter ook dit verzet niet-ontvankelijk verklaard, wat leidde tot de cassatieprocedure.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat niet aannemelijk is gemaakt dat het verzetschrift tijdig ter post is bezorgd. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof niet had mogen oordelen over het tijdstip van terpostbezorging zonder dat de Inspecteur bij de behandeling van het verzet betrokken was. Dit betekent dat het Hof de mogelijkheid om een bewijs te leveren over het tijdstip van terpostbezorging niet had mogen uitsluiten, vooral niet als de Inspecteur dit niet betwistte.
De Hoge Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens wordt de Staat gelast om het griffierecht van € 102 aan belanghebbende te vergoeden. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Deze uitspraak is gedaan door de vice-president A.G. Pos en de raadsheren L. Monné, P.J. van Amersfoort, C.J.J. van Maanen en C.A. Streefkerk, in aanwezigheid van waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma.