ECLI:NL:HR:2005:AR6604
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- G.J.M. Corstens
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen beschikking inzake inbeslagname van pony's en paarden
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank te Assen, waarin een beklag is ingediend door een klager over de inbeslagname van twaalf pony's en paarden. De inbeslagname vond plaats op 18 maart 2004, omdat de klager, geboren in 1939, ervan beschuldigd werd de dieren de nodige verzorging te onthouden. De Rechtbank had het beklag gegrond verklaard, maar de Officier van Justitie ging in cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat de Rechtbank onvoldoende gemotiveerd heeft waarom de inbeslagneming rechtmatig was en of het belang van de strafvordering zich tegen teruggave verzet. De Rechtbank had een mededeling van een dierenarts aangehaald die stelde dat de inbeslaggenomen pony's 'ernstig en zeer ernstig vermagerd' waren, maar gaf geen nadere motivering over de rechtmatigheid van de inbeslagneming. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van de Rechtbank en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Leeuwarden voor herbehandeling van het beklag. De Hoge Raad benadrukt dat de gebreken in het proces-verbaal niet in de weg staan aan een beoordeling van de rechtmatigheid van het beslag en het belang van de strafvordering bij voortduring daarvan. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 25 januari 2005, waarbij de vice-president en twee raadsheren aanwezig waren.