ECLI:NL:HR:2004:AR3217
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor ontucht met minderjarig kind
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, waarbij de verdachte is veroordeeld voor ontucht met zijn minderjarig kind. De Hoge Raad heeft op 16 november 2004 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 00868/04. De verdachte, geboren in 1945, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaten, mr. G.P. Hamer en mr. A.M. Ficq-Kengen. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd dat het beroep verworpen moet worden.
De kern van het geschil betreft de vraag of het Hof ten onrechte heeft nagelaten te beslissen op een verzoek van de verdediging om getuigen te horen. De verdediging heeft betoogd dat de betrouwbaarheid van het bewijs in het geding is, vooral gezien de lange tijd die is verstreken sinds de feiten en de wijze van verhoor van de getuigen. Het Hof heeft echter geoordeeld dat de verklaringen van de getuigen betrouwbaar zijn en dat er geen noodzaak was om hen opnieuw te horen.
De Hoge Raad heeft het oordeel van het Hof bevestigd en geoordeeld dat de voorwaarde voor het horen van getuigen niet was vervuld, omdat het Hof de verklaringen betrouwbaar achtte. De Hoge Raad heeft geconcludeerd dat het middel niet tot cassatie kan leiden en dat er geen grond is voor vernietiging van de bestreden uitspraak. Het beroep is derhalve verworpen.