ECLI:NL:HR:2004:AR2386
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Vereniging van Eigenaren Nirwana-Flat tegen een niet verschenen verweerder
In deze zaak heeft de Vereniging van Eigenaren Nirwana-Flat (hierna: VVE) op 27 oktober 1995 de verweerder in cassatie gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage. De VVE vorderde een betaling van ƒ 176.635,74, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Gedurende de procedure heeft de VVE haar vordering meerdere keren aangepast, waarbij bedragen zijn vermeerderd en verminderd. De rechtbank heeft op 3 juni 1998 een vonnis gewezen waarin de verweerder werd veroordeeld tot betaling van ƒ 226.152,99, met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding. De verweerder heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Het hof heeft in zijn eindarrest van 22 mei 2003 de vonnissen van de rechtbank vernietigd en de verweerder veroordeeld tot betaling van € 67.616,42, te vermeerderen met wettelijke rente. De VVE heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de arresten van het hof. De verweerder is niet verschenen in de cassatieprocedure, waarop verstek is verleend.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de VVE in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de verweerder op nihil zijn begroot. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden, zonder dat nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.