ECLI:NL:HR:2004:AR2312
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie van BB B.V. tegen uitspraak Gerechtshof inzake vennootschapsbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van BB B.V. (voorheen X B.V.) tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's Hertogenbosch van 10 juni 2002, betreffende een aanslag in de vennootschapsbelasting. De Hoge Raad heeft op 17 september 2004 uitspraak gedaan in deze zaak. De belanghebbende, BB B.V., had bezwaar gemaakt tegen de aanslag die was opgelegd door de Inspecteur, maar het Gerechtshof had het beroep ongegrond verklaard. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof de vraag of de aan belanghebbende verstrekte gelden door de moedervennootschap zijn verstrekt onder omstandigheden die de waarde van de vordering in gevaar brengen, correct heeft beoordeeld. Het Hof heeft geoordeeld dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat de verstrekte gelden niet terugbetaald konden worden. De Hoge Raad concludeert dat de middelen van belanghebbende falen, en dat er geen termen zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken en het arrest is aan de uitspraak van het Gerechtshof gehecht.