ECLI:NL:HR:2004:AR0264
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- D.H. Beukenhorst
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over kostenverplaatsing kabels bij reconstructie Rijksweg 32
In deze zaak heeft KPN Telecom B.V. de Staat der Nederlanden gedagvaard in verband met de kosten van de verlegging van kabels ten behoeve van de reconstructie van Rijksweg 32. De zaak begon met een dagvaarding op 17 februari 1998, waarbij KPN vorderde dat de kosten van de kabelverplaatsing voor rekening van de Staat zouden komen, voor zover deze geen eigenaar was van de grond waarin het kabeltracé was gelegen. De rechtbank te 's-Gravenhage heeft in een tussenvonnis van 8 december 1999 de Staat tot bewijslevering toegelaten en in een eindvonnis van 29 november 2000 de vordering van KPN toegewezen. De Staat ging in hoger beroep bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 27 maart 2003 de vonnissen van de rechtbank vernietigde en de vordering van KPN afwees.
KPN heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het hof art. 37 van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen (Wtv) onjuist heeft uitgelegd. De Hoge Raad oordeelde dat de kosten van de verlegging van kabels voor rekening van de Staat komen, tenzij anders overeengekomen. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en bekrachtigde de eerdere vonnissen van de rechtbank, waarbij de Staat werd veroordeeld in de kosten van het geding.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt de verantwoordelijkheden van de Staat bij de verlegging van kabels en de voorwaarden waaronder deze kosten voor rekening van de Staat komen. De zaak is van belang voor de interpretatie van de Wtv en de rechten van telecombedrijven bij infrastructuurprojecten.