ECLI:NL:HR:2004:AO9071

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 juli 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C03/127HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arrest inzake onroerende zaak en maatschapsovereenkomst tussen Commercial Realty Associates B.V. en Herda Beheer B.V.

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 juli 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Commercial Realty Associates B.V. (thans HVB Vendor Lease B.V.) en Herda Beheer B.V. De eiseres, CRA, had in eerste instantie bij de rechtbank Amsterdam een vordering ingesteld tegen Herda Beheer B.V. en een maatschap, waarbij zij onder andere vroeg om de vernietiging van de inbreng van een onroerende zaak in de maatschap en om de levering van deze onroerende zaak aan haar. De rechtbank heeft in verschillende vonnissen de vorderingen van CRA gedeeltelijk toegewezen, maar de verwerende partijen hebben hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam. Het hof heeft op 7 november 2002 de vonnissen van de rechtbank vernietigd en de vorderingen van CRA afgewezen.

CRA heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de klachten van CRA in de cassatieprocedure beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal, die strekte tot verwerping van het beroep, gevolgd.

In de uitspraak heeft de Hoge Raad ook de proceskosten aan de zijde van Herda Beheer B.V. en de maatschap toegewezen, waarbij de kosten zijn begroot op € 316,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein, en de beslissing is genomen door de raadsheren D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman en A.M.J. van Buchem-Spapens.

Uitspraak

9 juli 2004
Eerste Kamer
Nr. C03/127HR
RM/AT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
COMMERCIAL REALTY ASSOCIATES B.V., thans geheten HVB VENDOR LEASE B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
1. HERDA BEHEER B.V.,
gevestigd te Duivendrecht, gemeente Ouder-Amstel,
2. [Verweerster 2],
gevestigd te [vestigingsplaats],
2a. [Verweerder 2a],
wonende te [woonplaats],
2b. [Verweerster 2b],
wonende te [woonplaats],
2c. HERDA BEHEER B.V.,
gevestigd te Duivendrecht, gemeente Ouder-Amstel,
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. R.S. Meijer.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiseres tot cassatie - verder te noemen: CRA - heeft bij exploot van 4 mei 1998 verweerders in cassatie - verder te noemen: Herda Beheer B.V. en de maatschap - op verkorte termijn gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam. CRA heeft - kort gezegd - gevorderd:
primair:
1. de inbreng van de in de inleidende dagvaarding omschreven onroerende zaak in de maatschap te vernietigen, alsmede Herda Beheer B.V. en de maatschap te veroordelen de onroerende zaak op naam te stellen van CRA;
2. Herda Beheer B.V. te veroordelen tot levering van de onroerende zaak overeenkomstig de in de brief van notaris mr. J.F. Verlinden van 10 september 1997 opgenomen voorwaarden, indien uit het onderzoeksrapport van SGS EcoCare B.V. (SGS) blijkt dat de saneringskosten niet meer dan ƒ 80.000,-- bedragen;
3. met CRA verder te onderhandelen over de zekerheidstelling indien blijkt dat de saneringskosten meer dan ƒ 80.000,-- bedragen, met de mogelijkheid dat deskundigen dienaangaande een bindende regeling opstellen, waarna alsnog Herda Beheer B.V. dient mee te werken aan de levering overeenkomstig de in de genoemde brief opgenomen voorwaarden;
subsidiair:
nakoming door de maatschap en haar maten in het geval van vereenzelviging van de maatschap met Herda Beheer B.V.;
meer subsidiair:
schadevergoeding (in de vorm van levering van de gekochte zaak onder genoemde voorwaarden) wegens het onrechtmatig frustreren door de maatschap van de nakoming van de overeenkomst;
nog meer subsidiair:
Herda Beheer B.V en de maatschap te veroordelen aan CRA te vergoeden de door haar geleden en te lijden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
Herda Beheer B.V en de maatschap hebben de vordering bestreden en bij incidentele conclusie gevorderd - voor het geval de rechtbank de stelling van CRA dat de brief van 10 september 1997 door notaris mr. J.F. Verlinden zonder haar instemming was verzonden, zou honoreren - deze notaris in vrijwaring op te roepen, teneinde diens aansprakelijkheid wegens overschrijding van zijn bevoegdheid te beoordelen.
Bij tussenvonnis van 25 november 1998 heeft de rechtbank de vordering in het incident afgewezen. De rechtbank heeft bij tussenvonnis van 2 februari 2000 de zaak naar de rol verwezen voor het nemen van een akte aan de zijde van Herda Beheer B.V en de maatschap, als bedoeld in rov. 9 van haar vonnis. Nadat beide partijen een akte hadden genomen en de zaak hadden doen bepleiten heeft de rechtbank bij eindvonnis van 2 mei 2001 Herda Beheer B.V en de maatschap, op straffe van een dwangsom, veroordeeld op eerste afroep mee te werken aan de juridische levering van de onroerende zaak, vrij van beslagen, en aan het sluiten van de huurovereenkomst, onder de overeengekomen voorwaarden als neergelegd in de brief van notaris Verlinden van 10 september 1997. Het meer of anders gevorderde heeft de rechtbank afgewezen.
Tegen de vonnissen van 2 februari 2000 en 2 mei 2001 hebben Herda Beheer B.V. en de maatschap hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. CRA heeft (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep ingesteld en haar eis gewijzigd zoals vermeld in de memorie van antwoord tevens memorie van grieven in het (voorwaardelijk) incidenteel appel tevens akte houdende vermindering en vermeerdering van eis.
Bij arrest van 7 november 2002 heeft het hof de vonnissen waarvan beroep vernietigd en de vorderingen van CRA afgewezen.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft CRA beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Herda Beheer B.V. en de maatschap hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor Herda Beheer B.V. en de maatschap mede door mr. J.H.M. van Swaaij, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt CRA in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Herda Beheer en de maatschap begroot € 316,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren D.H. Beukenhorst, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en A.M.J. van Buchem-Spapens, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 9 juli 2004.