ECLI:NL:HR:2004:AO5543
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag omzetbelasting en uitkering aan oud-leden coöperatieve vereniging
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X U.A. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 12 augustus 2002, betreffende een naheffingsaanslag in de omzetbelasting. De naheffingsaanslag, opgelegd over het tijdvak van 1 januari 1992 tot en met 31 december 1992, bedroeg ƒ 15.485 aan enkelvoudige belasting, met een verhoging van de nageheven belasting van honderd procent. De Inspecteur verleende echter kwijtschelding tot op vijfentwintig procent. Na bezwaar van belanghebbende handhaafde de Inspecteur de naheffingsaanslag wat betreft de enkelvoudige belasting, maar verleende volledige kwijtschelding van de verhoging. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat het beroep ongegrond verklaarde en de uitspraak van de Inspecteur bevestigde.
Belanghebbende stelde dat de uitkering aan oud-leden van de coöperatie, die voortkwam uit een fusie, een vermindering van de vergoeding was in de zin van artikel 29 van de Wet op de omzetbelasting 1968. Het Hof oordeelde echter dat deze uitkering niet als een zakelijke vermindering van de vergoeding kon worden aangemerkt, maar als een winstuitdeling aan de oud-leden. Dit oordeel werd door belanghebbende bestreden in cassatie.
De Hoge Raad oordeelde dat de uitkering aan de oud-leden wel degelijk een vermindering van de vergoeding was, zoals bedoeld in de wet. Het tweede middel van belanghebbende slaagde, waardoor de uitspraak van het Hof niet in stand kon blijven. De Hoge Raad vernietigde de naheffingsaanslag en verklaarde het beroep gegrond. Tevens werd de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 1288 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en de Inspecteur in de kosten van het geding voor het Hof, vastgesteld op ƒ 1420 (€ 644,37).