ECLI:NL:HR:2004:AO3456
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- G.J.M. Corstens
- J.P. Balkema
- W.A.M. van Schendel
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de betrouwbaarheid van snelheidsmetingen met politievoertuigen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 juni 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in Irak in 1951, was beschuldigd van het overschrijden van de maximumsnelheid op de Rijksweg A16 te Dordrecht op 23 oktober 2001. De verdachte reed met een snelheid van ongeveer 171 kilometer per uur, terwijl de maximumsnelheid op dat gedeelte van de weg 100 kilometer per uur was. De Hoge Raad beoordeelde de betrouwbaarheid van de snelheidsmeting die was uitgevoerd met een boordsnelheidsmeter van een politievoertuig. Het hof had geoordeeld dat de meting betrouwbaar was, ondanks het verweer van de verdediging dat het testrapport van de snelheidsmeter 21 maanden oud was en daarom niet meer betrouwbaar kon zijn. De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het hof en oordeelde dat het enkele feit dat het testrapport oud was, niet voldoende was om de betrouwbaarheid van de meting in twijfel te trekken. De Hoge Raad oordeelde dat de in het testrapport aangegeven snelheid van 171 kilometer per uur, die was vastgesteld met de boordsnelheidsmeter, correct was en dat de verdediging niet had aangetoond dat de meting onbetrouwbaar was. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte en bevestigde de veroordeling door het hof, die de verdachte had veroordeeld tot een geldboete van vijfhonderd euro en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van vier maanden, waarvan twee maanden en acht dagen voorwaardelijk.