ECLI:NL:HR:2004:AO1334
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatieverzoek tot opheffing faillissement en toepassing schuldsaneringsregeling
In deze zaak heeft verzoeker tot cassatie, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.A.M.A. Sluysmans, op 25 juli 2002 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te Leeuwarden met het verzoek om zijn faillissement op te heffen en gelijktijdig de wettelijke schuldsaneringsregeling toe te passen. De rechtbank heeft op 27 maart 2003 dit verzoek afgewezen. Verzoeker heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden, dat op 9 mei 2003 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen deze beslissing heeft verzoeker cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak op 13 februari 2004 behandeld. In de beoordeling van het cassatiemiddel heeft de Hoge Raad vastgesteld dat de klachten die in het middel zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het cassatieberoep verworpen. De uitspraak is openbaar gedaan door raadsheer A. Hammerstein, met de overige raadsheren H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman en A.M.J. van Buchem-Spapens.