ECLI:NL:HR:2004:AN7884

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 januari 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R03/023HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en cassatieprocedure tussen verzoeker en Philips Lightning B.V.

In deze zaak heeft Philips Lightning B.V. op 7 juni 2002 een verzoekschrift ingediend bij de kantonrechter te Eindhoven om de arbeidsovereenkomst met de verzoeker, wonende in België, te ontbinden. Dit verzoek was primair gebaseerd op een dringende reden en subsidiair op veranderde omstandigheden, zonder toekenning van enige vergoeding. De verzoeker heeft het verzoek bestreden. De kantonrechter heeft op 17 juli 2002 de ontbinding van de arbeidsovereenkomst per 1 augustus 2002 uitgesproken en een vergoeding van € 50.000,-- bruto aan de verzoeker toegewezen, terwijl het meer of anders verzochte werd afgewezen.

Tegen deze beschikking heeft de verzoeker hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 13 november 2002 het beroep heeft verworpen. De verzoeker heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen de beschikking van het hof. De advocaat van Philips heeft verzocht het beroep te verwerpen. De Advocaat-Generaal L.A.D. Keus heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, waarop de advocaat van de verzoeker op 21 november 2003 heeft gereageerd.

De Hoge Raad heeft op 23 januari 2004 het beroep verworpen en de verzoeker in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 267,69 aan verschotten en € 1.135,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

23 januari 2004
Eerste Kamer
Rek.nr. R03/023HR
JMH/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[verzoeker], wonende te [woonplaats], België,
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. B.D.W. Martens,
t e g e n
PHILIPS LIGHTNING B.V., gevestigd te Eindhoven,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. Y. van Gemerden.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 7 juni 2002 ter griffie van de rechtbank te 's-Hertogenbosch, sector kanton, ingediend verzoekschrift heeft verweerster in cassatie - verder te noemen: Philips - zich gewend tot de kantonrechter te Eindhoven en verzocht de tussen Philips en verzoeker tot cassatie - verder te noemen: [verzoeker] - bestaande arbeidsovereenkomst op de kortst mogelijke termijn te ontbinden, primair op grond van een dringende reden, subsidiair op grond van veranderde omstandigheden en zonder toekenning van enige vergoeding.
[Verzoeker] heeft het verzoek bestreden.
De kantonrechter heeft bij beschikking van 17 juli 2002 de verzochte ontbinding per 1 augustus 2002 uitgesproken met toekenning aan [verzoeker] ten laste van Philips van een vergoeding ten bedrage van € 50.000,-- bruto en met veroordeling van Philips tot betaling van dat bedrag, en het meer of anders verzochte afgewezen.
Tegen deze beschikking heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Bij beschikking van 13 november 2002 heeft het hof het beroep verworpen.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
Philips heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [verzoeker] heeft bij brief van 21 november 2003 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [verzoeker] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Philips begroot op € 267,69 aan verschotten en € 1.135,-- voor salaris.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren H.A.M. Aaftink, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 23 januari 2004.