ECLI:NL:HR:2003:AN9567
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over kosten van vervolging in belastingzaken en kennisgeving aan belastingplichtige
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin kosten van vervolging in rekening zijn gebracht door de belastingdeurwaarder. De kosten van ƒ 15.000 waren opgelegd in verband met de betekening van dwangbevelen voor navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en naheffingsaanslagen in de omzetbelasting over de jaren 1996 tot en met 1999. De belastingdeurwaarder had op 2 april 2001 de aanslagen achtergelaten op het door belanghebbende opgegeven correspondentieadres, maar belanghebbende was niet ingeschreven in de Gemeentelijke Bevolkingsadministratie in Nederland. De Hoge Raad oordeelt dat de kosten van vervolging alleen in rekening kunnen worden gebracht als de belastingplichtige in de gelegenheid is geweest om van zijn belastingschuld kennis te nemen en deze te voldoen. Het Hof had geoordeeld dat belanghebbende, door het opgeven van een correspondentieadres, verantwoordelijk was voor het tijdig kennisnemen van de stukken die door de belastingdienst aan dat adres werden verzonden. De Hoge Raad bevestigt dit oordeel en verklaart het beroep ongegrond.