ECLI:NL:HR:2003:AK8446

Hoge Raad

Datum uitspraak
31 oktober 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R03/035HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verlaging van uitkering tot levensonderhoud in cassatie

In deze zaak heeft de man, verzoeker tot cassatie, op 24 oktober 2000 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te Alkmaar. Hij verzocht om de door de rechtbank te Haarlem op 23 december 1997 en het gerechtshof te Amsterdam op 21 september 2000 vastgestelde uitkering tot levensonderhoud van de vrouw, verweerster in cassatie, te verlagen. De man stelde voor om de uitkering te verlagen tot ƒ 145,-- per maand voor de periode van 10 maart 1998 tot 1 januari 1999 en tot ƒ 525,-- per maand vanaf 1 januari 1999. De vrouw heeft dit verzoek bestreden. De rechtbank heeft op 4 april 2001 het verzoek van de man afgewezen. Hierop heeft de man hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 5 december 2002 de beschikking van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen deze beslissing heeft de man cassatie ingesteld.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen noodzaak was voor nadere motivering, aangezien de klachten niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de man dan ook verworpen. De uitspraak is gedaan door de raadsheren H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, en is openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels op 31 oktober 2003.

Uitspraak

31 oktober 2003
Eerste Kamer
Rek.nr. R03/035HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt,
t e g e n
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. K. Aantjes.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 24 oktober 2000 ter griffie van de rechtbank te Alkmaar ingekomen verzoekschrift heeft verzoeker tot cassatie - verder te noemen: de man - zich gewend tot die rechtbank en verzocht de bij beschikkingen van de rechtbank te Haarlem van 23 december 1997 en het gerechtshof te Amsterdam van 21 september 2000 vastgestelde uitkering tot levensonderhoud van verweerster in cassatie - verder te noemen: de vrouw - te verlagen tot ƒ 145,-- per maand over de periode van 10 maart 1998 tot 1 januari 1999 en tot ƒ 525,-- per maand vanaf 1 januari 1999, althans een door de rechtbank vast te stellen bedrag en datum.
De vrouw heeft het verzoek bestreden.
De rechtbank heeft bij beschikking van 4 april 2001 zowel het verzoek voor zover gericht tegen de beschikking van de rechtbank te Haarlem als het verzoek voor zover gericht tegen de beschikking van het gerechtshof te Amsterdam afgewezen.
Tegen deze beschikking heeft de man hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Bij beschikking van 5 december 2002 heeft het hof de beschikking waarvan beroep bekrachtigd.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren H.A.M. Aaftink, als voorzitter, D.H. Beukenhorst en A.M.J. van Buchem-Spapens, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 31 oktober 2003.