ECLI:NL:HR:2003:AI0922
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- P.J. van Amersfoort
- J.C. van Oven
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de waardering van onroerende zaken en de toepassing van de Wet WOZ
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van X B.V. te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 24 augustus 2001, betreffende beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De Hoge Raad heeft op 8 augustus 2003 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 37.718. De kwestie betreft de waardering van een onroerende zaak, gelegen aan de a-straat 1 te Z, voor het tijdvak van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000. De waarde van het onroerend goed was vastgesteld op ƒ 17.595.000, na bezwaar van de belanghebbende, waarbij de Directeur Gemeentebelastingen van de gemeente Amsterdam de eerdere beschikkingen handhaafde.
De belanghebbende, eigenaar van het terrein, had bezwaar gemaakt tegen de waardebepaling, die volgens hem onterecht was vastgesteld. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarna belanghebbende in cassatie ging. De Hoge Raad oordeelde dat de beschikkingen van de Directeur op juiste gronden waren gegeven, en dat de waarde van het terrein correct was vastgesteld op basis van de gewijzigde objectafbakening door een gemeentelijke grenscorrectie.
De Hoge Raad behandelde verschillende middelen van de belanghebbende, waaronder het vertrouwensbeginsel en de toepassing van artikel 19 van de Wet WOZ. De Hoge Raad concludeerde dat het Hof terecht had geoordeeld dat de beschikkingen rechtsgeldig waren, en dat de belanghebbende niet kon terugvallen op het vertrouwensbeginsel, omdat hij niet op de hoogte was van de grenscorrectie ten tijde van de ontvangst van de beschikkingen. De Hoge Raad verklaarde het beroep ongegrond en legde geen proceskosten op.