ECLI:NL:HR:2003:AI0023
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Arrest van de Hoge Raad inzake poging tot moord en afwijzing getuigenverhoor
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 september 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte, geboren op de Nederlandse Antillen en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Zoetermeer', was eerder door het Hof veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf voor poging tot moord. De verdediging, vertegenwoordigd door advocaten mr. G.P. Hamer en mr. A.M. Ficq-Kengen, heeft cassatie ingesteld op basis van verschillende middelen, waaronder de afwijzing van een verzoek tot het horen van een getuige door het Hof. De plaatsvervangend Procureur-Generaal Fokkens heeft geconcludeerd dat de bestreden uitspraak vernietigd moet worden en dat de zaak moet worden verwezen naar een aangrenzend gerechtshof voor herbehandeling.
De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onvoldoende gemotiveerd had waarom het verzoek tot het horen van de getuige was afgewezen, en dat het Hof niet had aangetoond dat er geen andere onderzoeksmogelijkheden waren. Dit oordeel was in het licht van de verdediging en de inhoud van het proces-verbaal niet begrijpelijk. De Hoge Raad heeft daarmee de rechtsgang hersteld door de zaak opnieuw te laten beoordelen door het Gerechtshof.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij het afwijzen van verzoeken tot het horen van getuigen, vooral in strafzaken waar de vrijheid van de verdachte op het spel staat. De zaak zal nu opnieuw worden behandeld, waarbij het Gerechtshof de mogelijkheid heeft om de zaak grondig te heroverwegen en de nodige getuigen te horen.