ECLI:NL:HR:2003:AG0170
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatieverzoek inzake bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van minderjarige na echtscheiding
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 juni 2003 uitspraak gedaan in een cassatieverzoek van de vader, die verzocht om de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van zijn minderjarige dochter, geboren uit een inmiddels ontbonden huwelijk met de moeder, vast te stellen. De moeder had eerder, op 7 december 2000, een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank te Amsterdam om deze bijdrage vast te stellen op ƒ 300,-- per maand. De vader heeft geen verweerschrift ingediend en de Rechtbank heeft op 21 februari 2001 het verzoek van de moeder toegewezen, met ingang van 7 december 2002.
De vader heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 11 juli 2002 de beschikking van de Rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen deze beschikking heeft de vader op 11 oktober 2002 beroep in cassatie ingesteld. De moeder heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de vader, dan wel tot verwijzing naar de verzoekschriftprocedure van de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft op 1 november 2002 besloten dat de zaak als verzoekschrift wordt aangeboden en voortgezet volgens de regels van de verzoekschriftprocedure.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de vader dan ook verworpen, en deze beschikking is openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels.