ECLI:NL:HR:2003:AF5370
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem inzake opzettelijk bezit van MDMA bevattende pillen
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 4 december 2001 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1961 en wonende te [woonplaats]. De verdachte was veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, specifiek voor het bezit van ongeveer 1000 XTC-pillen die MDMA bevatten. Het beroep in cassatie werd ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaten mr. J.M. Sjöcrona en mr. D.V.A. Brouwer. De Advocaat-Generaal Jörg concludeerde tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring van het bezit van MDMA niet voldoende was onderbouwd. De verdachte had op 7 juni 1999 in [woonplaats] 1000 pillen in zijn bezit, maar de enige bewijsvoering hiervoor was een indicatietest die door de politie was uitgevoerd. De Hoge Raad stelde vast dat de testresultaten niet voldoende waren om te concluderen dat de pillen daadwerkelijk MDMA bevatten, aangezien XTC niet expliciet op de lijst van de Opiumwet staat vermeld. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de beslissingen over het tenlastegelegde feit en de strafoplegging. De zaak werd verwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor herbehandeling.
De Hoge Raad verwerpt het beroep voor het overige, wat betekent dat de andere onderdelen van de veroordeling in stand blijven. Dit arrest is gewezen door de vice-president C.J.G. Bleichrodt, samen met raadsheren F.H. Koster en W.A.M. van Schendel, en is uitgesproken op 6 mei 2003.