ECLI:NL:HR:2003:AF4212
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- G.J.M. Corstens
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor deelname aan criminele organisatie met betrekking tot sigarettensmokkel
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 maart 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte was eerder door het Hof veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf, waarvan acht maanden voorwaardelijk, wegens deelname aan een organisatie die zich bezighield met de in- en doorvoer van onveraccijnsde sigaretten. De verdachte had beroep ingesteld tegen deze veroordeling, waarbij zijn advocaat, mr. J. Kuijper, middelen van cassatie had voorgesteld. De Advocaat-Generaal Jörg had geconcludeerd tot vernietiging van de verbeurdverklaring, maar tot verwerping van het beroep voor het overige.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof de opgelegde straf voldoende had gemotiveerd en dat het niet verplicht was om in te gaan op het verzoek van de verdachte om in aanmerking te komen voor een werkstraf of elektronisch toezicht. De Hoge Raad concludeerde dat de verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen geldbedrag van ƒ 108.030,02 voldoende was gemotiveerd, aangezien de verdachte had verklaard dat hij de kas beheerde voor een criminele organisatie en dat het geld door middel van het bewezenverklaarde was verkregen. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, omdat geen van de middelen tot cassatie kon leiden en er geen grond was voor ambtshalve vernietiging van de bestreden uitspraak.
Dit arrest benadrukt de verantwoordelijkheden van de rechter bij het motiveren van straffen en de beoordeling van verzoeken van verdachten in strafzaken. Het bevestigt ook de mogelijkheid van verbeurdverklaring van goederen die door middel van criminele activiteiten zijn verkregen, en de rol van de Hoge Raad in het waarborgen van een correcte rechtsgang.