ECLI:NL:HR:2002:AE8185
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- J.B. Fleers
- A.G. Pos
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de huur van kunstvoorwerpen en de samenhang tussen verschillende overeenkomsten
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 november 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiseres] en Sint Willibrordus. De zaak betreft een geschil over de huur van kunstvoorwerpen die door [eiseres] aan Sint Willibrordus zijn verhuurd in het kader van een complex van overeenkomsten, waaronder de verkoop van een kerkgebouw en de uitgifte van de grond in erfpacht. De eiseres vorderde onder andere huur en schadevergoeding na de opzegging van de huurovereenkomst door Sint Willibrordus. Sint Willibrordus betwistte de huurovereenkomst en vorderde in reconventie terugbetaling van eerder betaalde huur, stellende dat de kunstvoorwerpen door natrekking eigendom waren geworden van Sint Willibrordus.
De Rechtbank oordeelde dat de huurovereenkomst nietig was, maar het Gerechtshof bekrachtigde dit oordeel niet volledig en oordeelde dat er sprake was van verschillende overeenkomsten die niet onlosmakelijk met elkaar verbonden waren. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het Gerechtshof en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onvoldoende had gemotiveerd waarom de huurovereenkomst niet in samenhang met de andere overeenkomsten kon worden beoordeeld. Tevens werd Sint Willibrordus veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.
De uitspraak benadrukt het belang van de samenhang tussen verschillende overeenkomsten en de gevolgen van natrekking in het civiele recht. De Hoge Raad heeft de zaak terugverwezen voor een nadere beoordeling, waarbij de eerder gemaakte afspraken en de juridische kwalificaties van de overeenkomsten opnieuw onder de loep genomen moeten worden.