ECLI:NL:HR:2002:AE7072
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag loonbelasting en gebruikelijk-loonregeling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 september 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een naheffingsaanslag in de loonbelasting/premie volksverzekeringen. De belanghebbende, een orchideeënkwekerij, kreeg over het tijdvak van 1 januari 1997 tot en met 31 december 1997 een naheffingsaanslag opgelegd van ƒ 11.589. Deze aanslag werd na bezwaar door de Inspecteur gehandhaafd, waarna de belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarop de belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de belanghebbende A, de directeur van de kwekerij, in 1997 een salaris ontving dat door de Inspecteur was vastgesteld op ƒ 78.000. Het Hof had geoordeeld dat de door belanghebbende aangevoerde argumenten, waaronder een beroep op een Besluit van de Staatssecretaris van Financiën, niet voldoende waren om de gebruikelijk-loonregeling buiten toepassing te laten. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet onjuist had geoordeeld en dat de feiten en omstandigheden die door het Hof waren gewogen, niet in cassatie konden worden getoetst.
De Hoge Raad concludeerde dat het oordeel van het Hof niet blijk gaf van een onjuiste opvatting van het Besluit en dat het middel niet tot cassatie kon leiden. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat de Hoge Raad geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak van de Hoge Raad bevestigde daarmee de beslissing van het Hof en verklaarde het beroep ongegrond.