ECLI:NL:HR:2002:AE4258
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- G.J.M. Corstens
- J.P. Balkema
- E.J. Numann
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de toepassing van de Visserijwet en de meetmethode van maaswijdte van visnetten
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 oktober 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte, een rechtspersoon, was eerder door het Hof veroordeeld voor het overtreden van de Visserijwet 1963, specifiek voor het vissen met een sleepnet waarvan de maaswijdte kleiner was dan de wettelijk toegestane 80 millimeter. De verdachte had beroep in cassatie ingesteld, waarbij mr. J.A. Hoekstra als advocaat optrad. De kern van het geschil betrof de betrouwbaarheid van de meetmethode die was gebruikt om de maaswijdte van het visnet vast te stellen. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd dat er een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen moest worden gesteld, maar de Hoge Raad besloot dat dit niet nodig was. Het Hof had de meetmethode als geldig beoordeeld en het verweer van de verdachte, dat de meetmethode in strijd was met het fair trial beginsel van artikel 6 EVRM, verworpen. De Hoge Raad bevestigde dat de nationale rechter niet bevoegd is om de geldigheid van Europese regelgeving te toetsen, en dat de meetmethode in overeenstemming was met de geldende voorschriften. De Hoge Raad verwierp het cassatieberoep, omdat de klachten van de verdachte niet opgingen en de bestreden uitspraak van het Hof in stand bleef.