ECLI:NL:HR:2001:ZC8111
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens verzuim in het beroepschrift
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 september 2001 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. Het beroepschrift in cassatie voldeed niet aan de eisen van artikel 6:5, lid 1, letter d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het niet de gronden van het beroep bevatte. De Griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 23 mei 2000 in de gelegenheid gesteld om dit verzuim binnen zes weken te herstellen. De termijn voor herstel eindigde op 4 juli 2000. Belanghebbende heeft het verzuim hersteld in een brief gedateerd 5 juli 2000, welke door de Hoge Raad op 6 juli 2000 is ontvangen. De Hoge Raad oordeelt echter dat dit herstel niet tijdig heeft plaatsgevonden. Er is geen ambtshalve grond gevonden om de uitspraak van het Hof te vernietigen. Gezien het bepaalde in artikel 6:6 van de Awb, verklaart de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken op de datum van de uitspraak.