ECLI:NL:HR:2001:ZC3684
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- R. Herrmann
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- J.B. Fleers
- A.G. Pos
- Rechtspraak.nl
Huurverhouding beëindiging en cassatieprocedure
In deze zaak heeft WE International B.V. (hierna: WE) in cassatie beroep ingesteld tegen een vonnis van de Rechtbank te Arnhem. De zaak betreft een huurverhouding tussen WE als huurder en een groep van verhuurders, aangeduid als [verweerder] c.s. De verhuurders hebben op 24 augustus 1998 een dagvaarding uitgebracht tegen WE, met het verzoek om de huurverhouding per 1 april 1999 te beëindigen. WE heeft deze vordering bestreden. De Kantonrechter te Wageningen heeft op 12 mei 1999 geoordeeld dat de huurverhouding per 1 juli 1999 zal eindigen en dat het gehuurde op die datum ontruimd dient te worden. WE heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, waarop de Rechtbank te Arnhem op 16 september 1999 het vonnis heeft bekrachtigd, maar het tijdstip van beëindiging van de huurovereenkomst heeft gewijzigd naar 1 december 1999.
WE heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het vonnis van de Rechtbank. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal A.S. Hartkamp, die strekte tot verwerping van het beroep, gevolgd. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in het cassatiemiddel falen op de gronden zoals vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en WE veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [verweerder] c.s. zijn begroot op nihil. Dit arrest is uitgesproken op 19 oktober 2001 door de vice-president P. Neleman en de overige raadsheren.