ECLI:NL:HR:2001:AD5036

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 november 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
36452
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • D.H. Beukenhorst
  • P.J. van Amersfoort
  • J.W. van den Berge
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof over onroerendezaakbelastingen

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X, die in 1999 aanslagen in de onroerendezaakbelastingen heeft ontvangen van de gemeente Harmelen. Deze aanslagen, ter hoogte van f 1241 en f 993, zijn opgelegd wegens het genot krachtens zakelijk recht en het gebruik van de onroerende zaak aan de a-straat 1 te Z. Na bezwaar tegen deze aanslagen heeft de heffings- en invorderingsambtenaar van de gemeente de aanslagen gehandhaafd. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat de uitspraak van de heffingsambtenaar heeft bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht, evenals het beroepschrift in cassatie van belanghebbende.

De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld. De klachten konden echter niet tot cassatie leiden, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, zoals bepaald in artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Dit betekent dat de Hoge Raad geen nadere motivering behoeft te geven voor zijn beslissing.

Wat betreft de proceskosten oordeelt de Hoge Raad dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk verklaart de Hoge Raad het beroep ongegrond, wat betekent dat de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 2 november 2001 door de raadsheren D.H. Beukenhorst, P.J. van Amersfoort en J.W. van den Berge, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma.

Uitspraak

Nr. 36.452
2 november 2001
FA
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z (met ingang van 1 januari 2001 behorend tot de gemeente Q) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 juni 2000, nr. 99/02153, betreffende na te melden aanslagen in de onroerendezaakbelastingen.
1. Aanslagen, bezwaar en geding voor het Hof
Aan belanghebbende zijn voor het jaar 1999 wegens het genot krachtens zakelijk recht en wegens het gebruik van de onroerende zaak a-straat 1 te Z op één aanslagbiljet verenigde aanslagen in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Harmelen opgelegd van onderscheidenlijk f 1241 en f 993, welke aanslagen, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de heffings- en invorderingsambtenaar van die gemeente zijn gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof.
Het Hof heeft die uitspraak bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
3. Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer D.H. Beukenhorst als voorzitter, en de raadsheren P.J. van Amersfoort en J.W. van den Berge, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar gesproken op 2 november 2001.