ECLI:NL:HR:2001:AD2687

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 oktober 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R01/020HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • C.H.M. Jansen
  • J.B. Fleers
  • P.C. Kop
  • A. Hammerstein
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging beschikking Gerechtshof inzake verwijdering persoonsgegevens uit politieregisters

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 oktober 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door de Korpsbeheerder van de Politie regio Amsterdam-Amstelland. De Korpsbeheerder had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de Rechtbank te Amsterdam, die op 20 juni 2000 had besloten dat de Korpsbeheerder moest overgaan tot verwijdering van persoonsgegevens van de verweerder uit de politieregisters. De verweerder had op 3 maart 2000 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank, waarin hij vroeg om verwijdering van gegevens die voortvloeiden uit een strafzaak met parketnummer 13/127036-98. De Rechtbank had dit verzoek toegewezen, maar de Korpsbeheerder was het hier niet mee eens en ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te Amsterdam.

Het Gerechtshof verklaarde de Korpsbeheerder op 21 december 2000 niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep, omdat het beroepschrift niet door een procureur was ingediend. De Korpsbeheerder ging hiertegen in cassatie. De Hoge Raad oordeelde dat het middel van de Korpsbeheerder terecht was, omdat de wetgeving omtrent de procedure in dit geval niet de verplichting tot procureurstelling vereiste. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van het Gerechtshof en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof voor verdere behandeling en beslissing.

De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent was dat de bestreden beschikking vernietigd moest worden. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en de zaak terugverwezen, waarmee de mogelijkheid voor de Korpsbeheerder om zijn hoger beroep voort te zetten werd hersteld.

Uitspraak

26 oktober 2001
Eerste Kamer
Rek.nr. R01/020HR
AP
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
DE KORPSBEHEERDER VAN DE POLITIEREGIO AMSTERDAM-AMSTELLAND, gevestigd te Amsterdam,
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. G. Snijders,
t e g e n
[Verweerder], wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 3 maart 2000 ter griffie van de Rechtbank te Amsterdam ingediend verzoekschrift heeft verweerder in cassatie - verder te noemen: [verweerder] - zich gewend tot die Rechtbank en de Rechtbank verzocht verzoeker tot cassatie - verder te noemen: de Korpsbeheerder - te bevelen over te gaan tot verwijdering uit de politieregisters (HKS, X-Pol) van de [verweerder] betreffende gegevens voortvloeiend uit het onderzoek in de strafzaak met parketnummer 13/127036-98.
Ter terechtzitting van 16 mei 2000, alwaar het verzoek is behandeld, heeft de Korpsbeheerder het verzoek bestreden.
De Rechtbank heeft bij beschikking van 20 juni 2000 het verzoek toegewezen.
Tegen deze beschikking heeft de Korpsbeheerder hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam.
Nadat het Hof ter zitting van 7 november 2000 het beroepschrift had behandeld, heeft het Hof bij beschikking van 21 december 2000 de Korpsbeheerder niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep.
De beschikking van het Hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het Hof heeft de Korpsbeheerder beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot terugverwijzing naar het Gerechtshof te Amsterdam.
3. Beoordeling van het middel
3.1De onderhavige zaak betreft een door [verweerder] bij de Korpsbeheerder ingediend verzoek, strekkende tot verwijdering van hem betreffende persoonsgegevens, als bedoeld in art. 22 van de Wet politieregisters.
3.2 Nadat de Korpsbeheerder dit verzoek had afgewezen en [verweerder] daartegen op de voet van art. 23 van die wet in verbinding met art. 34 van de Wet persoonsregistraties een schriftelijk verzoek bij de Rechtbank had ingediend, heeft de Rechtbank bij haar hiervoor onder 1 vermelde beschikking de Korpsbeheerder alsnog gelast, de gewraakte gegevens uit de politieregisters te verwijderen.
3.3 In het hiertegen door de Korpsbeheerder ingestelde hoger beroep heeft het Hof bij zijn hiervoor onder 1 vermelde beschikking de Korpsbeheerder niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet door een procureur was ingediend.
3.4 Het middel klaagt hierover terecht. Uit art. 23 lid 2 van de Wet politieregisters in verbinding met art. 34 lid 6 van de Wet persoonsregistraties blijkt immers dat op een verzoekschriftprocedure als de onderhavige zowel in eerste aanleg als in hoger beroep de twaalfde titel van het Eerste Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van toepassing is, maar dat bij een en ander een uitzondering geldt voor de verplichting tot procureurstelling, neergelegd in art. 429d lid 3 Rv.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de beschikking van het Gerechtshof te Amsterdam van 21 december 2000;
verwijst het geding naar dat Hof ter verdere behandeling en beslissing.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren C.H.M. Jansen, als voorzitter, J.B. Fleers en P.C. Kop, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 26 oktober 2001.