ECLI:NL:HR:2001:AB2597
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de waardering van een woning in het recht van successie
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 17 april 2000, betreffende een aanslag in het recht van successie. De belanghebbende ontving een aanslag naar aanleiding van de verkrijging uit de nalatenschap van A, die op 12 december 1997 overleed. De aanslag was vastgesteld op f 189.490, en na bezwaar werd deze door de Inspecteur gehandhaafd. De belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde.
In cassatie stelde de belanghebbende dat de waarde van een tot de nalatenschap behorende woning, die op 29 januari 1998 voor f 360.000 was verkocht, ten onrechte was vastgesteld op dit bedrag. De belanghebbende meende dat de woning per sterfdatum op f 308.000 gewaardeerd diende te worden. Het Hof oordeelde echter dat de Inspecteur de waarde niet te hoog had vastgesteld en dat de verkoopprijs 49 dagen na het overlijden een goede indicatie was voor de waarde in het economische verkeer.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof de bewijslast correct had verdeeld en dat de klachten van de belanghebbende faalden. De Hoge Raad verklaarde het beroep ongegrond, en oordeelde dat de waardering van de woning door het Hof niet onjuist was en dat de argumenten van de belanghebbende niet voldoende waren om de waardering te weerleggen. De beslissing van het Hof werd bevestigd, en er waren geen termen voor een veroordeling in de proceskosten.