ECLI:NL:HR:2001:AB0633
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van ambtenaren bij aanslagen waterschapsomslagen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 27 januari 2000, betreffende de aanslagen ingezetenenomslag voor het jaar 1996, opgelegd door het Waterschap Westfriesland en het Hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen in Hollands Noorderkwartier. De aanslagen bedroegen respectievelijk ¦ 99,94 en ¦ 15,12. Na bezwaar tegen deze aanslagen heeft de ambtenaar belast met de heffing de aanslagen gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de ambtenaar, waarop belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad beoordeelt in deze zaak de bevoegdheid van de ambtenaren die de aanslagen hebben opgelegd. Het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden van het Hoogheemraadschap had ambtenaren benoemd tot onbezoldigd medewerkers, die bevoegd waren om aanslagen op te leggen en uitspraak te doen op bezwaar. De Hoge Raad stelt vast dat er op 14 november 1995 een gemeenschappelijke regeling is getroffen door de dagelijkse besturen van verschillende waterschappen, waarin bepalingen zijn opgenomen over de uitvoering van wettelijke bevoegdheden met betrekking tot de heffing en invordering van waterschapsomslagen.
Het Hof had geoordeeld dat de betrokken ambtenaren bevoegd waren om de aanslagen op te leggen. Belanghebbende betwistte dit en stelde dat het gemeenschappelijke besluit niet op de juiste wijze was genomen. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat aan de vereisten van de Wet gemeenschappelijke regelingen is voldaan. De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.