ECLI:NL:HR:2001:AA9629
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- G.J. Zuurmond
- A.E. de Moor
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën inzake vennootschapsbelasting en bedrijfswaarde
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 januari 2001 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te ‘s-Gravenhage. De zaak betreft een geschil over de vennootschapsbelasting van de naamloze vennootschap X N.V. en de vastgestelde beschikking van de Inspecteur inzake de aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 1980. De Inspecteur had de aanslag verminderd na terugwenteling van een verlies uit 1981, maar deze beslissing werd door de Staatssecretaris aangevochten.
De Hoge Raad heeft de eerdere uitspraak van het Gerechtshof, die de aanslag had vernietigd en deze had verminderd tot nihil, beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat het Gerechtshof geen onjuiste opvatting had over de bedrijfswaarde van de deelneming in E Inc. en dat de waardering van de aandelen correct was vastgesteld. De Hoge Raad verwierp de middelen van cassatie die door de Staatssecretaris waren ingediend, waaronder de argumenten over de waarde van verliescompensatie en de informele kapitaalstorting.
De Hoge Raad verklaarde het beroep ongegrond en veroordeelde de Staatssecretaris in de proceskosten van het geding in cassatie. Dit arrest is van belang voor de interpretatie van vennootschapsbelasting en de waardering van deelnemingen in het kader van belastingaanslagen.