ECLI:NL:HR:2000:AA7483
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- W.H. Heemskerk
- R. Herrmann
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- J.B. Fleers
- Rechtspraak.nl
Weigering van verstek in cassatieprocedure tussen ING Bank N.V. en Stichting Toezicht Effectenverkeer
In deze zaak heeft de ING Bank N.V. (hierna: de Bank) op 12 april 2000 een dagvaarding uitgebracht tegen de Stichting Toezicht Effectenverkeer (hierna: de Stichting) om beroep in cassatie in te stellen tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, gewezen op 2 maart 2000. De Bank heeft de Stichting gedagvaard om te verschijnen ter terechtzitting van de Hoge Raad op 12 mei 2000. Echter, de Bank heeft verzuimd om de zaak ter rolle in te schrijven, wat een vereiste is voor de voortgang van de procedure. Dit verzuim werd later hersteld door een herstelexploit van 31 mei 2000, waarin de Stichting opnieuw werd opgeroepen voor een zitting op 9 juni 2000. De Stichting is echter niet verschenen op deze zitting.
De Bank heeft vervolgens verzocht om verstek te verlenen tegen de Stichting, wat betekent dat de zaak kan worden behandeld zonder dat de verweerster aanwezig is. De Advocaat-Generaal Spier heeft in zijn conclusie geadviseerd om het verzoek om verstek te weigeren. De advocaat van de Bank heeft hierop gereageerd met een brief op 11 juli 2000.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het verzuim van inschrijving van de dagvaarding op de rol van de oorspronkelijk aangezegde rechtsdag (12 mei 2000) niet tijdig is hersteld. De herstelexploit is niet binnen de vereiste termijn van veertien dagen na de oorspronkelijk aangezegde rechtsdag uitgebracht. Hierdoor is het gevraagde verstek geweigerd. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de instantie is geëindigd, wat betekent dat de procedure niet verder kan worden voortgezet zonder de aanwezigheid van de verweerster.