ECLI:NL:HR:2000:AA7069
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en fiscaal compromis
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 19 maart 1999, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1994. De aanslag, opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 191.387,--, werd na bezwaar door de Inspecteur gehandhaafd. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde. Hierop heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
De Staatssecretaris van Financiën diende een vertoogschrift in, en belanghebbende werd vertegenwoordigd door mr. J.N.T. van der Linden, advocaat te Assen. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld. Een van de klachten betrof de vraag of er sprake kan zijn van een fiscaal compromis zonder wederzijdse opofferingen. De Hoge Raad oordeelde dat artikel 7:900 van het Burgerlijk Wetboek niet de eis van wederzijdse opofferingen stelt voor de aanwezigheid van een vaststellingsovereenkomst, en dat de klachten in dit opzicht falen.
Daarnaast oordeelde de Hoge Raad dat de overige klachten niet tot cassatie konden leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, zoals bedoeld in artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van belanghebbende. Dit arrest is op 13 september 2000 vastgesteld door de raadsheer D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P.J. van Amersfoort en P. Lourens, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier J.M. van Hooff, en op die datum in het openbaar uitgesproken.