ECLI:NL:HR:2000:AA7008
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- A.E. de Moor
- D.G. van Vliet
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag loonbelasting en bewijsvoering van kostenvergoedingen
In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, die betrekking had op een naheffingsaanslag in de loonbelasting over het jaar 1990. De belanghebbende, die zich bezighield met de export van gebruikte bedrijfsauto's naar Griekenland, had een naheffingsaanslag ontvangen die na bezwaar door de Inspecteur was verminderd. Het Hof had de aanslag verder verlaagd, maar de Staatssecretaris van Financiën bestreed de uitspraak in cassatie.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het Hof de bewijslast onjuist heeft beoordeeld. De belanghebbende had niet aangetoond dat de schatting van de Inspecteur over het aantal belastingvrij te vergoeden kilometers onjuist was. Het Hof was niet verplicht om op alle door belanghebbende aangevoerde argumenten in te gaan, maar had wel een zorgvuldige afweging moeten maken van de feiten en omstandigheden. De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het Hof over de kosten van Griekse chauffeurs onbegrijpelijk was, omdat het Hof niet had vastgesteld of deze chauffeurs in loondienst waren bij de belanghebbende.
De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten. De zaak is verwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. Tevens is de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten in cassatie en het griffierecht aan de belanghebbende.