ECLI:NL:HR:2000:AA6922
Hoge Raad
- Cassatie
- A. van Brunschot
- J. van Vliet
- L. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof inzake naheffingsaanslag omzetbelasting
Op 8 maart 2000 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een cassatiezaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een verzet tegen een beschikking van de Voorzitter van de Belastingkamer van het Hof, die de belanghebbende niet-ontvankelijk had verklaard in zijn beroep tegen een naheffingsaanslag in de omzetbelasting voor het tijdvak van 1 januari 1991 tot en met 31 december 1992. De belanghebbende heeft tegen deze uitspraak cassatie ingesteld en daarbij verschillende klachten aangevoerd. De Staatssecretaris van Financiën heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het Gerechtshof de betekenis van het aangetekend verzenden met ontvangstbewijs heeft miskend. Het Hof had moeten onderzoeken welk poststuk op 29 april 1997 door de gemachtigde van de belanghebbende in ontvangst is genomen. Indien hierover geen zekerheid was te verkrijgen, had de belanghebbende de gelegenheid moeten krijgen om het beroepschrift aan te vullen met een motivering. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. Tevens heeft de Hoge Raad de beslissing omtrent de kosten van het geding in cassatie gereserveerd tot de einduitspraak, waarbij rekening is gehouden met de samenhang met een andere zaak.
De Hoge Raad heeft bepaald dat de Staatssecretaris van Financiën de belanghebbende het door deze verschuldigde griffierecht van f 315,-- dient te vergoeden. De kosten van het geding in cassatie zijn vastgesteld op de helft van f 2.840,--, derhalve f 1.420,-- voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier.