ECLI:NL:HR:2000:AA5677
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- A.E. de Moor
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag omzetbelasting en winstoogmerk van een vereniging
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de vereniging X te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag in de omzetbelasting. De naheffingsaanslag is opgelegd over het tijdvak van 1 januari 1994 tot en met 31 december 1994, waarbij de Inspecteur de aanslag heeft gehandhaafd na bezwaar van de belanghebbende. De vereniging, die meer dan 800 leden heeft en zich richt op de bevordering van de golfsport, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft het cassatieberoep bestreden.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en zich gericht op de vraag of de vereniging een winstoogmerk heeft, wat van belang is voor de toepassing van de vrijstelling van omzetbelasting. De vereniging stelt dat zij geen winst beoogt, maar de Inspecteur is van mening dat de vereniging systematisch naar exploitatie-overschotten streeft, wat zou betekenen dat de vrijstelling niet van toepassing is. De Hoge Raad heeft vragen geformuleerd voor het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen over de interpretatie van het begrip winstoogmerk en de toepassing van de relevante Europese richtlijnen.
De Hoge Raad heeft de verdere uitspraak aangehouden en het geding geschorst totdat het Hof van Justitie uitspraak zal hebben gedaan op de gestelde vragen. Dit arrest is op 3 mei 2000 vastgesteld en openbaar uitgesproken door de vice-president en de raadsheren van de Hoge Raad.