ECLI:NL:HR:1999:AA2691
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Fleers
- P. Pos
- M. Beukenhorst
- A. Monné
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake aanslag inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die betrekking heeft op de aan X te Z opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1992. De uitspraak van het Hof dateert van 27 juni 1996. De Hoge Raad beoordeelt in deze procedure de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie.
De Hoge Raad constateert dat een afschrift van de uitspraak van het Hof op 3 juli 1996 aan de partijen is verzonden. Het beroepschrift in cassatie is echter pas op 31 januari 1997 ter griffie van het Hof ontvangen. Dit betekent dat het beroepschrift niet binnen de wettelijke termijn van zes weken, zoals voorgeschreven in artikel 6:24 in verbinding met artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht, is ingediend. De Hoge Raad oordeelt dat de Staatssecretaris niet in verzuim is geweest met betrekking tot de indiening van het beroepschrift, maar dat dit niet voldoende is om de niet-ontvankelijkheid te weerleggen.
De Hoge Raad verklaart de Staatssecretaris van Financiën niet-ontvankelijk in zijn beroep in cassatie. Daarnaast wordt de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten die de belanghebbende heeft moeten maken in verband met de behandeling van het geding in cassatie. De kosten worden vastgesteld op f 2.130,-- voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is op 3 maart 1999 vastgesteld door de vice-president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Fleers, Pos, Beukenhorst en Monné, en is in het openbaar uitgesproken.