ECLI:NL:HR:1998:AA5299
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- De Moor
- Van Brunschot
- Meij
- Van Vliet
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen naheffingsaanslag omzetbelasting door X B.V.
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te ‘s-Gravenhage van 11 juli 1997. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak van 1 januari 1990 tot en met 31 december 1993, waarbij een bedrag van f 2.200.185,-- was opgelegd. Na bezwaar tegen deze aanslag heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna X B.V. in beroep ging bij het Hof. Het Hof heeft de aanslag vervolgens verminderd tot f 1.863.337,--.
X B.V. heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij drie middelen van cassatie aangevoerd. De Staatssecretaris van Financiën heeft in een vertoogschrift het cassatieberoep bestreden. De zaak is toegelicht door mr. H.B.J. Rubbens, advocaat te Rotterdam.
De Hoge Raad heeft de middelen van cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft.