ECLI:NL:HR:1998:AA2516

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 mei 1998
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
33165
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • R.J.J. Jansen
  • A. Bellaart
  • C. de Moor
  • M. van der Putt-Lauwers
  • J. van Vliet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen naheffingsaanslag belasting personenauto's en motorrijwielen

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 6 februari 1997. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen, opgelegd ten bedrage van f 44.807,-- aan enkelvoudige belasting en f 22.403,-- aan verhoging. Na het indienen van bezwaar tegen deze aanslag, heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd. Belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur heeft bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.

Belanghebbende heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën heeft in een vertoogschrift het cassatieberoep bestreden. De Hoge Raad heeft het middel van cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat het middel niet kan leiden tot cassatie. Dit is gebaseerd op artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, waarbij geen nadere motivering vereist is, omdat het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft ook de proceskosten beoordeeld en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is op 20 mei 1998 vastgesteld door de vice-president R.J.J. Jansen als voorzitter, en de raadsheren Bellaart, De Moor, Van der Putt-Lauwers en Van Vliet, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff, en op die datum in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 6 februari 1997 betreffende na te melden naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen opgelegd ten bedrage van f 44.807,-- aan enkelvoudige belasting en f 22.403,-- aan verhoging, welke aanslag, na daarte gen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd. Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep ge komen bij het Hof, dat deze uitspraak heeft bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Staatssecretaris van Financiën heeft bij vertoogschrift het cassatieberoep bestreden.
3. Beoordeling van het middel van cassatie CONVGEGEVENS Het middel kan niet tot cassatie leiden. Zulks be hoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (HR 29 januari 1997, nummer 31592, BNB 1997/102).
4. Proceskosten De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een ver oordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
5. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is op 20 mei 1998 vastgesteld door de vice-president R.J.J. Jansen als voorzitter, en de raadsheren Bellaart, De Moor, Van der Putt-Lauwers en Van Vliet, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff, en op die datum in het openbaar uitgesproken.