ECLI:NL:HR:1998:AA2516
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- A. Bellaart
- C. de Moor
- M. van der Putt-Lauwers
- J. van Vliet
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen naheffingsaanslag belasting personenauto's en motorrijwielen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 6 februari 1997. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen, opgelegd ten bedrage van f 44.807,-- aan enkelvoudige belasting en f 22.403,-- aan verhoging. Na het indienen van bezwaar tegen deze aanslag, heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd. Belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur heeft bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.
Belanghebbende heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën heeft in een vertoogschrift het cassatieberoep bestreden. De Hoge Raad heeft het middel van cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat het middel niet kan leiden tot cassatie. Dit is gebaseerd op artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, waarbij geen nadere motivering vereist is, omdat het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten beoordeeld en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is op 20 mei 1998 vastgesteld door de vice-president R.J.J. Jansen als voorzitter, en de raadsheren Bellaart, De Moor, Van der Putt-Lauwers en Van Vliet, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff, en op die datum in het openbaar uitgesproken.