ECLI:NL:HR:1997:AA3264

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 september 1997
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
32756
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A. Stoffer
  • J. Urlings
  • F. Fleers
  • M. Pos
  • A. Beukenhorst
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën inzake aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1992

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die op 10 september 1996 werd gedaan. De zaak betreft een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen die aan belanghebbende was opgelegd voor het jaar 1992, gebaseerd op een belastbaar inkomen van ƒ 77.377,--. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde de Inspecteur de aanslag, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en verlaagde de aanslag tot nihil, wat leidde tot het cassatieberoep van de Staatssecretaris.

Belanghebbende bewoont een pand dat in het monumentenregister staat ingeschreven en dat door de vorige eigenaar deels als eigen woning en deels verhuurd werd. Belanghebbende heeft in 1992 diverse werkzaamheden aan het pand laten uitvoeren, maar de Inspecteur weigerde een bedrag van ƒ 90.677,-- aan onderhoudskosten als aftrekbare kosten te erkennen. Het Hof oordeelde dat de werkzaamheden niet zodanig ingrijpend waren dat er sprake was van radicale vernieuwing, maar dat ze vooral gericht waren op het herstellen van het pand in bruikbare staat.

De Hoge Raad oordeelt dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat de werkzaamheden niet als stichtingskosten van een nieuwe bron van inkomen kunnen worden aangemerkt. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de Staatssecretaris en oordeelt dat de proceskosten aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op ƒ 2.130,-- voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, door de Staatssecretaris moeten worden vergoed. Dit arrest is op 24 september 1997 uitgesproken door de vice-president Stoffer en de raadsheren Urlings, Fleers, Pos en Beukenhorst, in aanwezigheid van de waarnemend griffier Barendse.

Uitspraak

gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Ge rechtshof te Amsterdam van 10 september 1996 betreffende de aan X te Z voor het jaar 1992 opgelegde aanslag inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof Aan belanghebbende is voor het jaar 1992 een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 77.377,--, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd. Belanghebbende is van de uitspraak van de Inspecteur in beroep gekomen bij het Hof. Het Hof heeft die uitspraak vernietigd en de aanslag verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen van nihil. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie De Staatssecretaris van Financiën heeft tegen de
uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest ge hecht en maakt daarvan deel uit. Belanghebbende heeft een vertoogschrift ingediend.
3. Beoordeling van het middel 3.1. Belanghebbende bewoont een hem in eigendom toebehorend pand dat ingeschreven staat in het monumentenregister. Het pand werd door de vorige eigenaar deels als eigen woning gebruikt en deels - elk der drie verdiepingen afzonderlijk - verhuurd. Belangheb bende heeft diverse werkzaamheden - bouwkundige veranderingen en onderhoud - aan het pand laten verrichten. De Inspecteur heeft geweigerd van de door belanghebbende in 1992 terzake van deze werkzaamheden gemaakte kosten een bedrag van f 90.677,-- als af trekbare kosten van onderhoud in aanmerking te nemen. 3.2. Het Hof heeft belanghebbende in het gelijk gesteld op grond van zijn oordeel dat de aan het pand uitgevoerde werkzaamheden naar aard en bedoeling niet zodanig ingrijpend zijn geweest dat gesproken moet worden van een radicale vernieuwing, maar vooral ertoe hebben gestrekt om het pand, zoals het bij de aanvang van de werkzaamheden bestond, in bruikbare staat te herstellen en aldus de ingetreden achteruit gang op te heffen. 3.3. Het middel, dat dit oordeel bestrijdt, berust op het betoog dat aan de voorheen bestaande vier bronnen van inkomen dusdanige werkzaamheden zijn verricht dat één bron is ontstaan, zodat de met die werkzaamheden samenhangende kosten gerekend behoren te worden tot de stichtingskosten van die ene bron en mitsdien niet voor aftrek in aanmerking komen. 3.4. Het middel faalt. Voor de toepassing van het bepaalde in artikel 35 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 heeft het Hof hier terecht beslissend geacht of de werkzaamheden die belanghebbende heeft doen verrichten al dan niet ertoe hebben gestrekt om het pand, zoals dat bij de aanvang van de verbouwing bestond, in bruikbare staat te herstellen en aldus de ingetreden achteruitgang op te heffen. Daarbij is niet van doorslaggevend belang of al dan niet bronnen worden samengevoegd dan wel nieuwe bronnen worden gecreëerd.
4. Proceskosten De Hoge Raad acht, gelet op de inhoud van het procesdossier, termen aanwezig om ten aanzien van de proceskosten die belanghebbende in verband met de behandeling van het geding in cassatie redelijkerwijs heeft moeten maken, te beslissen als hierna zal worden vermeld.
5. Beslissing De Hoge Raad - verwerpt het beroep en - veroordeelt de Staatssecretaris van Financiën in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op f 2.130,-- voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Dit arrest is op 24 september 1997 vastgesteld door de vice-president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Urlings, Fleers, Pos en Beukenhorst, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Barendse, en op die datum in het openbaar uitgesproken.
Van de Staatssecretaris van Financiën wordt ter zake van dit beroep in cassatie een recht geheven van f 300,--.