ECLI:NL:HR:1996:AA1697
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- Van der Linde
- Bellaart
- De Moor
- Van der Putt-Lauwers
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen naheffingsaanslag omzetbelasting en ne bis in idem-beginsel
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die op 13 december 1994 werd gedaan. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak van 1 oktober 1989 tot en met 31 december 1989, waarbij een bedrag van ƒ 9.561,-- was opgelegd. Na bezwaar van de belanghebbende handhaafde de Inspecteur de aanslag, waarna X B.V. in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, wat leidde tot het cassatieberoep.
De kern van het geschil in cassatie was of de Inspecteur bevoegd was om de naheffingsaanslag op te leggen, gezien het feit dat een eerdere naheffingsaanslag voor dezelfde periode, met dagtekening 6 december 1991, was vernietigd omdat de belasting weliswaar te laat, maar wel betaald was. X B.V. stelde dat dit in strijd was met het ne bis in idem-beginsel, zoals vastgelegd in artikel 14, lid 7, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR).
Het Hof oordeelde echter dat er geen enkele wetsbepaling in de weg staat voor de Inspecteur om gebruik te maken van zijn bevoegdheid, ook al was de eerdere aanslag vernietigd. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel en oordeelde dat het middel van X B.V. niet tot cassatie kon leiden. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verwierp het beroep.
Dit arrest is op 30 augustus 1996 vastgesteld door de vice-president R.J.J. Jansen als voorzitter, en de raadsheren Van der Linde, Bellaart, De Moor en Van der Putt-Lauwers, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff, en op die datum in het openbaar uitgesproken.