ECLI:NL:HR:1995:AA3168
Hoge Raad
- Cassatie
- Zuurmond
- Herrmann
- Fleers
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aftrekbaarheid van kosten voor vakliteratuur door belastingplichtige
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 17 september 1993, betreffende de hem opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1990. De Inspecteur had een aanslag opgelegd op basis van een belastbaar inkomen van ƒ 98.566,--. Na bezwaar van belanghebbende handhaafde de Inspecteur de aanslag, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde.
In cassatie heeft belanghebbende klachten ingediend tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën heeft het beroep bestreden. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat belanghebbende in 1990 werkzaam was bij de belastingdienst en ƒ 4.656,-- aan vakliteratuur had uitgegeven, waarvan de Inspecteur slechts ƒ 1.000,-- als aftrekbare kosten heeft geaccepteerd. De Inspecteur baseerde zijn oordeel op een onderzoek naar de uitgaven voor vakliteratuur bij andere teamleiders en plaatsvervangende hoofden, waaruit bleek dat het gebruikelijk was om niet meer dan ƒ 1.000,-- aan dergelijke kosten uit te geven.
Het Hof volgde de zienswijze van de Inspecteur, maar de Hoge Raad oordeelde dat het Hof de vraag of de uitgaven van belanghebbende gebruikelijk waren, niet correct had beantwoord. De Hoge Raad benadrukte dat de beoordeling van dergelijke uitgaven niet uitsluitend cijfermatig kan zijn en dat alle omstandigheden van het geval in aanmerking moeten worden genomen. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof, met uitzondering van de beslissing omtrent het griffierecht, en verwees de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling.
De Hoge Raad oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten en gelastte dat de Staatssecretaris van Financiën het griffierecht van ƒ 300,-- aan belanghebbende vergoedt, evenals het bedrag van ƒ 150,-- dat door de Griffier van de Hoge Raad aan belanghebbende wordt terugbetaald.