Uitspraak
[X]te
[Z]tegen de uitspraak van het
Gerechtshof te Leeuwardenvan 3 augustus 1990 betreffende de haar voor het jaar 1985 opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om de vraag of een belanghebbende de terugbetaling van kapitaal, die in 1985 heeft plaatsgevonden, moet passiveren op de balans per 31 december 1984. De Hoge Raad oordeelt dat de besluitvorming omtrent de statutenwijziging in 1984 heeft plaatsgevonden, maar dat de statutenwijziging pas op 1 februari 1985 is vastgelegd. Dit betekent dat de terugbetaling van kapitaal van f 2.600.100,-- niet op de balans van 31 december 1984 kan worden gepassiveerd, omdat de vermindering van het kapitaal pas na de peildatum voor de vermogensaftrek tot stand kwam. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en vermindert de aanslag tot een belastbaar bedrag van f 223.115,--, met een aantal aanpassingen in de belastingheffing. De uitspraak van het Hof wordt niet in stand gehouden, omdat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de terugbetaling van kapitaal op de balans per 31 december 1984 moest worden gepassiveerd. De Hoge Raad kan zelf de zaak afdoen en bepaalt dat de belanghebbende recht heeft op terugbetaling van griffierechten.