Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer 10984801 CV EXPL 24-1299)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- het tegen [geïntimeerde] verleende verstek;
- de door Greenwheels genomen memorie van grieven met producties 2 en 3.
3.De beoordeling
- a. Greenwheels houdt zich onder meer bezig met de verhuur van personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s.
- b. Tussen [geïntimeerde] en Greenwheels is op 16 mei 2023 via de website van Greenwheels een overeenkomst gesloten, waarbij Greenwheels zich ertoe heeft verbonden een auto of auto’s ter beschikking te stellen aan [geïntimeerde] , en [geïntimeerde] zich ertoe heeft verbonden maandelijks abonnementskosten te betalen en – bij gebruik van de auto – een ritprijs te betalen zoals omschreven in de overeenkomst. [geïntimeerde] heeft bij het sluiten van die overeenkomst gehandeld als consument.
- c. Op basis van de overeenkomst heeft Greenwheels aan [geïntimeerde] een factuur van 5 juni 2023 gezonden ten bedrage van € 1.792,28 inclusief btw.
- d. Verder heeft Greenwheels op basis van de overeenkomst aan [geïntimeerde] een factuur van 20 juni 2023 gezonden ten bedrage van € 1.132,50.
- e. [geïntimeerde] heeft beide facturen onbetaald gelaten. Greenwheels heeft [geïntimeerde] in verband daarmee diverse betalingsherinneringen gestuurd.
- f. Het door Greenwheels ingeschakelde invorderingsbedrijf heeft [geïntimeerde] meerdere sommaties gestuurd ter zake de onbetaald gelaten facturen.
- € 2.924,78 aan hoofdsom;
- € 126,89 aan rente over de hoofdsom, berekend tot aan de datum van de inleidende dagvaarding;
- € 417,48 aan incassokosten;
- € 87,67 aan btw over de incassokosten.
- De vordering van Greenwheels is gebaseerd op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument. De handelaar moet bij het sluiten van dat soort overeenkomsten voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van de artikelen 6:230m en 6:230v BW (rov. 2.1).
- Greenwheels moet gemotiveerd stellen en onderbouwen dat aan de essentiële informatieplichten is voldaan. De rechter moet vervolgens ambtshalve onderzoeken of aan de plichten is voldaan, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Als sprake is van een voldoende ernstige schending van zo’n informatieplicht moet de rechter een sanctie toepassen (zie HR 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1677) (rov. 2.2).
- Volgens artikel 6:230v lid 3 BW moet de handelaar het elektronische bestelproces zo inrichten dat de consument een aanbod pas kan aanvaarden als hem op niet voor misverstand vatbare wijze duidelijk is gemaakt dat zijn bestelling een betalingsverplichting inhoudt. Een bestelknop of soortgelijke functie moet een ondubbelzinnige formulering bevatten die goed leesbaar is en waaruit blijkt dat het plaatsen van een bestelling een betalingsverplichting ten opzichte van de handelaar inhoudt. Een overeenkomst die in strijd met artikel 6:230v lid 3 BW tot stand komt, is vernietigbaar (rov. 2.3).
- Om te beoordelen of de handelaar aan deze verplichting heeft voldaan, moet alleen rekening worden gehouden met de woorden op de bestelknop waarmee de consument het bestelproces afrondt (Zie HvJEU 7 april 2022, ECLI:EU:C:2022:269). Er mag geen acht worden geslagen op de verdere omstandigheden van het bestelproces (rov. 2.4).
- Greenwheels heeft geen, dan wel onleesbare/onvolledige printscreens van de bestelprocedure overgelegd. Daardoor kan de kantonrechter niet (ambtshalve) toetsen of voldaan is aan hetgeen hiervoor is overwogen (rov. 2.5).
- Door de gebrekkige wijze waarop Greenwheels haar vordering heeft onderbouwd, kan de kantonrechter niet kan vaststellen of de overeenkomst is gesloten met een knop als bedoeld in artikel 6:230v lid 3 BW en, zo ja, of die knop voldoet aan de eisen die 6:230v lid 3 BW daaraan stelt. Daarom zal de kantonrechter de vordering van Greenwheels afwijzen. De vordering is namelijk gebaseerd op de tussen partijen op afstand gesloten overeenkomst. Als deze overeenkomst is gesloten met een knop die niet voldoet aan de wettelijke vereisten, zou dat tot vernietiging van de overeenkomst moeten leiden (rov. 2.6).
- De kantonrechter zal Greenwheels niet meer in de gelegenheid stellen om te reageren op de vernietiging. Het rechtsgevolg vernietiging van de overeenkomst is in de wet opgenomen en moet ambtshalve worden toegepast. [geïntimeerde] is niet verschenen en van enig bezwaar van hem tegen vernietiging van de overeenkomst is niet gebleken (rov. 2.7).
- Op grond van het voorgaande moeten de vorderingen van Greenwheels worden afgewezen.
- De kantonrechter komt niet meer toe aan ambtshalve toetsing van de overige (pre)contractuele informatieplichten (rov. 2.9).
- A. De kantonrechter heeft ten onrechte geoordeeld dat het bestelproces van Greenwheels , waarmee de overeenkomst tot stand gekomen is, niet voldoet aan de eisen die artikel 6:230v lid 3 BW daaraan stelt. Het bestelproces van Greenwheels voldoet daar wel aan.
- B. Indien al geoordeeld moet worden dat het bestelproces van Greenwheels , waarmee de overeenkomst tot stand gekomen is, niet voldoet aan de eisen die artikel 6:230v lid 3 BW daaraan stelt, had de kantonrechter de vordering van Greenwheels niet geheel moeten afwijzen maar als sanctie moeten volstaan met een vermindering van de toewijsbare hoofdsom.