Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
datum beslissing: 6 oktober 2025
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Op 6 oktober 2025 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker, geboren in 1957 en thans verblijvende in een penitentiaire inrichting. Het verzoek tot wraking was ingediend tegen de raadsheren F. van Es, Y. van Setten en W.P.A. Korver, die betrokken waren bij de behandeling van de strafzaak van de verzoeker. De verzoeker stelde dat hij geen eerlijk proces had gekregen en dat de raadsheren vooringenomenheid jegens hem koesterden. Tijdens de zitting van de wrakingskamer op 6 oktober 2025 werd het verzoek behandeld, waarbij de verzoeker en zijn raadsman aanwezig waren. De raadsheren gaven schriftelijk aan niet in de wraking te berusten. De wrakingskamer oordeelde dat de verzoeker geen uitzonderlijke omstandigheden had aangevoerd die de vrees voor vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd maakten. De wrakingskamer concludeerde dat de verzoeker voldoende gelegenheid had gehad om zijn situatie toe te lichten en dat de opmerkingen van de raadsheren geen aanleiding gaven tot twijfels over hun onpartijdigheid. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en de betrokken partijen werden onmiddellijk op de hoogte gesteld van de uitspraak.