ECLI:NL:GHSHE:2025:2199

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 augustus 2025
Publicatiedatum
6 augustus 2025
Zaaknummer
23/1584 (Herstel)
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake belastingrechtelijke geschillen tussen heffingsambtenaar en belanghebbende

In deze hersteluitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gedateerd 6 augustus 2025, wordt een fout gecorrigeerd die was gemaakt in de eerdere uitspraak van 2 juli 2025, ECLI:NL:GHSHE:2025:1855. De zaak betreft een hoger beroep van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen tegen een uitspraak van de rechtbank Limburg van 2 oktober 2023, nummer ROE 22/2281 V. De belanghebbende, wonende te [woonplaats], had in deze procedure een incidenteel hoger beroep ingesteld. Het hof constateerde dat in de eerdere uitspraak een fout was gemaakt in de datum van de openbare uitspraak. De correcte datum, 2 juli 2025, werd niet vermeld in de uitspraak, wat aanleiding gaf tot deze hersteluitspraak. Het hof heeft de uitspraak hersteld door de juiste datum toe te voegen aan het slot van de uitspraak. De beslissing is openbaar uitgesproken op 6 augustus 2025, en een afschrift is op die datum in Mijn Rechtspraak geplaatst. De griffier was verhinderd om de uitspraak te ondertekenen, waardoor alleen de voorzitter, M.E. Smorenburg, de uitspraak heeft ondertekend. Tegen deze hersteluitspraak staat geen beroep in cassatie of ander rechtsmiddel open, conform artikel 8:77, lid 1, letter e, van de Algemene wet bestuursrecht.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Nummer: 23/1584
Hersteluitspraak ter verbetering van de uitspraak van het hof van 2 juli 2025, nummer 23/1584, gewezen
op het hoger beroep van:
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen,
hierna: de heffingsambtenaar,
en op het incidentele hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg (hierna: de rechtbank) van 2 oktober 2023, nummer ROE 22/2281 V in het geding tussen belanghebbende en de heffingsambtenaar.

1.Overwegingen voor herstel

1.1.
Het hof heeft in deze zaak op 2 juli 2025 een uitspraak gedaan (hierna: de uitspraak). Nadien heeft het hof ambtshalve geconstateerd dat de uitspraak een fout bevat.
1.2.
Aan het slot van de uitspraak is het volgende vermeld:
‘De beslissing is in het openbaar uitgesproken open een afschrift van de uitspraak is op die datum in Mijn Rechtspraak geplaatst. Aan de partij die niet digitaal procedeert, is een afschrift op die datum aangetekend per post verzonden.’
1.3.
Achter de zin ‘De beslissing is in het openbaar uitgesproken op’ had ‘2 juli 2025’ moeten staan. [1]
1.4.
Herstel van deze fout brengt mee dat het slot van de uitspraak als volgt komt te luiden:
‘De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 2 juli 2025
en een afschrift van de uitspraak is op die datum in Mijn Rechtspraak geplaatst. Aan de partij die niet digitaal procedeert, is een afschrift op die datum aangetekend per post verzonden.’

2.Beslissing

Het hof:
herstelt de uitspraak van 2 juli 2025, nummer 23/1584, op de hiervoor in onderdeel 1.4 vermelde wijze.
De uitspraak is gedaan door M.E. Smorenburg, voorzitter, T.A. Gladpootjes en J.K. Lanser, in tegenwoordigheid van N.A. de Grave, als griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 6 augustus 2025 en een afschrift van de uitspraak is op die datum in Mijn Rechtspraak geplaatst. Aan de partij die niet digitaal procedeert, is een afschrift op die datum aangetekend per post verzonden.
De uitspraak is alleen door de voorzitter ondertekend aangezien de griffier is verhinderd deze te ondertekenen.
De griffier, De voorzitter,
N.A. de Grave M.E. Smorenburg
Het aanwenden van een rechtsmiddel
Tegen deze hersteluitspraak staat geen beroep in cassatie of een ander rechtsmiddel open. [2]

Voetnoten

1.Artikel 8:77, lid 1, letter e, Algemene wet bestuursrecht.
2.Hoge Raad 6 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:1449.