Uitspraak
5.Het vervolg van de procedure in hoger beroep
- het tussenarrest van 1 april 2025;
- de door [appellante] genomen memorie na tussenarrest.
6.De verdere beoordeling
- A. De kantonrechter heeft ten onrechte geoordeeld dat het bestelproces van [appellante] , waarmee de overeenkomst tot stand gekomen is, niet voldoet aan de eisen die artikel 6:230v lid 3 BW daaraan stelt. Het bestelproces van [appellante] voldoet daar wel aan.
- B. Indien al geoordeeld moet worden dat het bestelproces van [appellante] , waarmee de overeenkomst tot stand gekomen is, niet voldoet aan de eisen die artikel 6:230v lid 3 BW daaraan stelt, had de kantonrechter de vordering van [appellante] niet geheel moeten afwijzen maar als sanctie moeten volstaan met een vermindering van de toewijsbare hoofdsom.
“met het hiervoor in rov. 3.7.1 omschreven doel;”. Uit rov. 3.8.1 en de verdere inhoud van het tussenarrest volgt echter dat het hof bedoeld heeft de zaak naar de rol te verwijzen voor een memorie na tussenarrest aan de zijde van [appellante] “
met het hiervoor in rov. 3.8.1 omschreven doel;”. [appellante] heeft dit klaarblijkelijk ook zo opgevat.
- Voor de beantwoording van de vraag of een knop met daarop alleen de tekst ‘bestelling plaatsen’ voldoet aan artikel 6:230v lid 3 BW, is gelet op de overwegingen uit het Fuhrmann-arrest van belang of deze tekst in het Nederlands, zowel in de omgangstaal als in de ogen van de normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument, noodzakelijkerwijs en consistent in verband wordt gebracht met het ontstaan van een betalingsverplichting (rov. 4.7.1).
- Wanneer een handelaar zaken of diensten aanbiedt op een website en aan de consument daar een knop toont met de tekst ‘bestelling plaatsen’, kan niet worden gezegd dat die tekst zowel in de omgangstaal als in de ogen van de normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument noodzakelijkerwijs en consistent in verband wordt gebracht met het ontstaan van een betalingsverplichting. Aangenomen moet worden dat de tekst ‘bestelling plaatsen’ niet overeenkomt met de woorden ‘bestelling met betalingsverplichting’ in de zin van art. 6:230v lid 3 BW. Niet kan worden aangenomen dat de term ‘bestelling plaatsen’ door de gemiddelde consument noodzakelijkerwijs en consistent in verband wordt gebracht met het ontstaan van een betalingsverplichting (rov. 4.7.3).
- Uit hetgeen hiervoor in 4.7.3 is overwogen, volgt dat een knop met daarop alleen de tekst ‘bestelling plaatsen’ niet voldoet aan art. 6:230v lid 3 BW. Hetzelfde geldt voor een knop met daarop alleen de tekst ‘bestellen’ of ‘bestelling afronden’. (rov. 4.7.4).
- aandacht te besteden aan de omstandigheid dat de Hoge Raad een tekst van het bestelproces in het Nederlands eist, terwijl de tekst van het aanmeldproces van [appellante] volgens productie 2d bij de inleidende dagvaarding en productie 3 bij de memorie van grieven in het Engels is gesteld;
- gemotiveerd in te gaan op de vraag of de stap in het aanmeldproces, waarin de consument kan kiezen voor “Pay with eMandate” en de consument – volgens de als productie 3 bij de memorie van grieven overgelegde printscreens van het aanmeldproces – daarna door te klikken op de knop “Continue” de overeenkomst tot stand brengt, voldoet aan de door de Hoge Raad geformuleerde eisen.
- [appellante] heeft geen print overgelegd van het digitale proces omtrent het daadwerkelijk reserveren en huren van een auto, zodat haar stellingen daarover niet te controleren zijn.
- Reeds bij het aangaan van de raamovereenkomst is een verplichting van [geïntimeerde] ontstaan tot betaling van de maandelijkse abonnementskosten. Daarom diende reeds de knop waarmee die raamovereenkomst tot stand is gebracht, aan de eisen te voldoen.
- Ook bij de nadere overeenkomst tot het daadwerkelijk reserveren en huren van een auto wordt volgens de eigen stellingen van [appellante] de overeenkomst tot stand gebracht door middel van een knop met de tekst “Continue”. Het hof heeft hiervoor al duidelijk gemaakt dat een dergelijke tekst om meerdere redenen niet aan de eisen voldoet.
- Indien de consument niet in de procedure is verschenen, kan de rechter slechts overgaan tot een gedeeltelijke vernietiging, die de rechten van de consument uit de overeenkomst onverlet laat. Gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst kan met name bestaan in een vermindering van de betalingsverplichtingen van de consument. De verplichtingen van de consument moeten in stand blijven voor zover nodig is om te voorkomen dat de sanctie voor de handelaar onevenredig zou zijn.
- Het verdient aanbeveling dat de rechter zich bij de toepassing van de korting richt naar niet-bindende richtlijnen. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, is een korting van één derde op de betalingsverplichting van de consument in beginsel redelijk te achten.
- onderdeel a: voornaamste kenmerken zaken of diensten;
- onderdeel e: totale prijs;
- onderdeel o: duur overeenkomst of opzeggingsvoorwaarden;
- onderdeel p: minimumduur overeenkomst voor de consument.
7.De uitspraak
- veroordeelt [geïntimeerde] om aan [appellante] een hoofdsom van € 1.169,91 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 6 februari 2024;
- veroordeelt [geïntimeerde] om aan [appellante] ter zake buitengerechtelijke kosten € 175,49 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 6 februari 2024;
- compenseert de proceskosten van het geding bij de kantonrechter tussen de partijen, aldus dat elke partij de eigen proceskosten moet dragen;