ECLI:NL:GHSHE:2024:942
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging afwijzing verzoek toelating wettelijke schuldsaneringsregeling op grond van artikel 288 lid 1 aanhef en sub c Fw
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 25 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de afwijzing van een verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat R.A.J. van der Leeuw, had eerder een verzoek ingediend bij de rechtbank Limburg, dat op 7 december 2023 werd afgewezen. De rechtbank verklaarde de appellant niet-ontvankelijk op grond van artikel 287 lid 2 van de Faillissementswet, omdat er gegevens ontbraken in het verzoekschrift. De appellant was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld.
Tijdens de mondelinge behandeling op 17 januari 2024 heeft de appellant zijn standpunt toegelicht, waarbij hij stelde dat hij op 16 november 2023 de ontbrekende gegevens had ingediend. De beschermingsbewindvoerder heeft ook verklaard dat de schuldenlijst actueel en correct is. Het hof heeft vastgesteld dat de appellant kampt met structurele psychosociale problematiek en dat hij begeleid woont. Het hof oordeelde dat het vooralsnog onvoldoende voorgelicht is om een beslissing te nemen over de toelating tot de schuldsaneringsregeling, omdat er geen verklaring van een professionele hulpverlener was over de beheersbaarheid van de psychosociale problemen van de appellant.
Het hof heeft de appellant in de gelegenheid gesteld om uiterlijk op 8 februari 2024 een verklaring van een professionele psychische hulpverlener in te dienen, waarin de actuele aard en ernst van zijn klachten wordt beschreven. De behandeling van de zaak is aangehouden tot deze datum, waarbij het hof benadrukte dat het hebben van psychosociale problemen op zich niet aan toelating tot de schuldsaneringsregeling in de weg hoeft te staan, mits deze problemen beheersbaar zijn.