Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
- In het jaar 2015 is 60 keer een paardenbox feitelijk ter beschikking gesteld door belanghebbende aan de BV, steeds voor een periode van een maand of korter. Van die 60 keer werd 47 keer een box gehuurd voor paarden van de BV en 13 keer voor paarden van derden. De paardenboxen stonden voor het overige leeg;
- Zowel de BV als derden maakten gebruik van de faciliteiten van het paardencomplex;
- Ten aanzien van de verhuur aan derden zijn geen huurovereenkomsten gesloten;
- Er is geen schriftelijke overeenkomst gesloten waarin is vastgelegd dat de BV namens belanghebbende als intermediair optreedt in verband met de verhuur aan derden;
- Ter zake van de 13 keer verhuur aan derden heeft de BV een factuur op eigen naam uitgereikt. De factuur maakt melding van een bankrekeningnummer op naam van de BV. De huurpenningen zijn ook door de BV ontvangen en vervolgens volledig door de BV doorbetaald aan belanghebbende.
€ 2.150
3.Geschil en conclusies van partijen
4.Gronden
- Een bruto aanvangsrendement (BAR) berekening op basis van taxatie middels vergelijkingspanden;
- Een BAR berekening op basis van taxatie middels een gecorrigeerde vervangingswaarde;
- Een vergelijking op basis van een huurcontract van een derde;
- Berekeningen aan de hand van KWIN veehouderij 2017/2018.
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep ongegrond;
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank;
- wijst het verzoek om vergoeding van schade wegens overschrijding van de redelijke termijn in het geding bij het hof af.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).