ECLI:NL:GHSHE:2024:815

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
16 februari 2024
Publicatiedatum
12 maart 2024
Zaaknummer
20-001534-23
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelarrest inzake jeugddetentie met proeftijd conform artikel 77y Wetboek van Strafrecht

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 februari 2024 een herstelarrest gewezen in het kader van een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Het hof constateerde een kennelijke schrijffout in een eerder arrest van 26 januari 2024, waarin abusievelijk was overwogen dat de verdachte een voorwaardelijke jeugddetentie van vier maanden met een proeftijd van drie jaren opgelegd kreeg. Dit was in strijd met artikel 77y van het Wetboek van Strafrecht, dat bepaalt dat de proeftijd bij een voorwaardelijke jeugddetentie maximaal twee jaren kan zijn.

Het hof heeft in het herstelarrest de proeftijd van de voorwaardelijke jeugddetentie gecorrigeerd naar twee jaren, zoals bedoeld in de wet. De beslissing houdt in dat de jeugddetentie niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit of niet meewerkt aan identificatie- en reclasseringseisen. Dit herstelarrest zal worden gehecht aan het eerdere arrest en ter kennis van de procespartijen worden gebracht.

De uitspraak van het hof benadrukt het belang van nauwkeurigheid in juridische documenten en de mogelijkheid om kennelijke fouten te herstellen, zodat de rechtszekerheid gewaarborgd blijft. Het hof heeft de zaak behandeld in een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de voorzitter en twee raadsheren betrokken waren, en de griffier zorgde voor de administratieve afhandeling.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001534-23
Uitspraak : 16 februari 2024
behorend bij het door het gerechtshof gewezen arrest als hieronder gemeld:
Parketnummer : 20-001534-23
Uitspraak : 26 januari 2024
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 22 mei 2023, in de strafzaak met parketnummer 02-141390-21 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum verdachte] ,
wonende te [adres verdachte] .
Overweging betreffende het herstel van een verschrijving
In de strafoverweging op pagina 18 van voormeld arrest en in het dictum op pagina 21 is abusievelijk overwogen en opgenomen dat het hof de verdachte veroordeelt tot (onder meer) een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van 4 (vier) maanden met een proeftijd van 3 (drie) jaren, terwijl bij toepassing van het jeugdstrafrecht ingevolge artikel 77y van het Wetboek van Strafrecht een proeftijd van ten hoogste twee jaren kan worden vastgesteld bij een voorwaardelijk opgelegde straf of maatregel.
Het hof heeft evenwel bedoeld om, conform artikel 77y van het Wetboek van Strafrecht, aan de voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie een proeftijd voor de duur van twee jaren te verbinden.
Het hof is van oordeel dat sprake is van een kennelijke schrijffout, die zich leent voor eenvoudig herstel.
In dit herstelarrest herstelt het hof deze kennelijke schrijffout, in die zin dat de dictumbeslissing ten aanzien van de aan de verdachte opgelegde (voorwaardelijke) jeugddetentie als volgt komt te luiden:
Het hof:
(…)
veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van
4 (vier) maanden;
bepaalt dat de jeugddetentie niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dat noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
(…).
De griffier zal ervoor zorgdragen dat dit herstelarrest wordt gehecht aan het door de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch gewezen arrest van 26 januari 2024, en dat dit ter kennis van de procespartijen wordt gebracht.
Aldus op 16 februari 2024 gewezen door:
mr. W.E.C.A. Valkenburg, voorzitter,
mr. S.C. van Duijn en mr. M.M. Koevoets, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. E.C.M. van der Valk, griffier.