Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
gedwongentot het ondergaan van de seksuele handelingen. De rechtbank is op basis van het dossier van oordeel dat geen sprake is geweest van geweld of bedreiging met geweld vanuit verdachte richting [slachtoffer] . De vraag resteert dan of sprake is geweest van (bedreiging met) ‘andere feitelijkheden’ waardoor verdachte [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan en plegen van de seksuele handelingen. Volgens vaste rechtspraak kan dwingen door een feitelijkheid aan de orde zijn indien de verdachte opzettelijk een zodanige psychische druk heeft uitgeoefend of het slachtoffer in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht dat het slachtoffer zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen die handelingen heeft kunnen verzetten. Ook kan het zo zijn dat de verdachte het slachtoffer heeft gebracht in een zodanig door hem veroorzaakte (bedreigende) situatie dat het slachtoffer zich naar redelijke verwachting niet aan die handelingen heeft kunnen onttrekken.
5.De benadeelde partij
6.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan het ten laste gelegde feit;