Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.2.3.4.
5. Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 11 oktober 2022 waarbij het hof een mondelinge behandeling na aanbrengen heeft gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 19 december 2022;
- de aktes van beide partijen van 10 januari 2023;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord;
- de akte van Achmea;
- de antwoordakte van [de B.V.] .
6.De feiten
Een van de lamellenpakketten, die van de lage versnelling, is gaan slippen doordat er ooit vet is ingepompt om het pakket op druk te zetten.[…]
Daarna is men vergeten het vet weer te verwijderen waardoor de unit op druk is blijven staan en slip optrad en het lamellenpakket is verbrand.”
overig van buiten komend onheil werkmaterieel”, en/of;
onoordeelkundig gebruik en bediening werkmaterieel” en/of;
eigen gebrek werkmaterieel”,
7.Het geschil en de beoordeling ervan
het lamellenpakket is verbrand.” De mogelijkheid dat er een andere oorzaak is geweest van problemen met de versnellingsbak en dat – voor het transport naar de reparateur – het vet is ingebracht en pas daarna de schade is ontstaan, verwerpt het hof nu er geen andere oorzaak voor (eerdere) problemen is gevonden en ook niet concreet is gesteld of gebleken is dat de geconstateerde schade is veroorzaakt bij of na het transport naar de reparateur. Achmea wijst daar ook zelf uitdrukkelijk op in haar akte.
van buiten komend onheil”. Onduidelijk is gebleven wie het vet in de versnellingsbak heeft ingebracht. Vast staat wel dat vet in de versnellingsbak is ingebracht, maar ook dat dat op zichzelf niet schadelijk is voor de versnellingsbak, tenzij en totdat de graafmachine wordt gebruikt terwijl het vet (nog steeds) in de versnellingsbak aanwezig is. Het inbrengen van vet is dan ook op zichzelf niet de oorzaak van de schade. Er is door [de B.V.] geen enkele concrete aanwijzing aangevoerd, waaruit kan volgen dat door een onbekend gebleven persoon het vet is ingebracht met als doel de graafmachine te beschadigen. Dat betekent dat [de B.V.] onvoldoende heeft gesteld om te oordelen dat het inbrengen van het vet gekwalificeerd kan worden als “v
an buiten komend onheil” in de zin van de polisvoorwaarden. In die polisvoorwaarden is bepaald dat onheilen die van buiten komen, zoals botsen, stoten, omslaan, te water raken of van de weg raken, anders dan
noordeelkundig gebruik
onoordeelkundige of foutieve bedieningen en reparatie door u, uw personeel of derden.”, waarbij (onder meer) is uitgesloten schade die “
het gevolg is van onvoldoende of onoordeelkundig onderhoud en van slijtage” (zie hierna onder 7.13). Als het gebruiken van de graafmachine met vet in de versnellingsbak kwalificeert als “
onoordeelkundige of foutieve bediening” daarvan in de zin van paragraaf 19 van de polisvoorwaarden, dan bestaat in beginsel dekking voor de daardoor veroorzaakte schade en in dat geval is Achmea gehouden tot uitkering. Het hof oordeelt daarover als volgt.
onoordeelkundige of foutieve bediening” en er (dus) in beginsel dekking bestaat voor deze schade, moet de verzekeringspolis worden uitgelegd overeenkomstig de hierboven in 7.3. vermelde, toepasselijke uitlegmaatstaf.
onoordeelkundige of foutieve bediening” is niet gedefinieerd in de polis. De opbouw van de polis biedt evenmin aanknopingspunten voor de uitleg van de bepaling: de dekkingsomschrijving is opgenomen in “Hoofdstuk 4: Verkeer” van de polis, maar in dat hoofdstuk is ook de dekking geregeld die niet samenhangt met gebruik van het verzekerd materiaal in het verkeer, zoals “diefstal” (in paragraaf 17) en geen van beide partijen voert aan dat dekking beperkt zou zijn tot onoordeelkundig gebruik in het (weg)verkeer. Verzekerd is expliciet het geheel of gedeeltelijk verlies van het verzekerd object: dat wil zeggen schade aan de graafmachine, niet schade van derden. Uit de gebruikte termen “
onoordeelkundige of foutieve bediening” leidt het hof af dat bedoeld is schade te verzekeren die ontstaat doordat de verzekerde of zijn personeel de machine onoordeelkundig of fout gebruikt, zonder dat daarbij naar een gedefinieerd (juridisch) begrip van (de mate van) onvoorzichtigheid of (mate van) schuld wordt verwezen. Het bedienen, dat wil zeggen: gebruiken van de machine terwijl er (nog) vet in de versnellingsbak aanwezig was, is zo’n fout. Het hof ziet in de polis als geheel en in het gebruik van het woord “onoordeelkundig” op zichzelf geen aanwijzing dat Achmea bedoeld heeft en voor [de B.V.] voldoende duidelijk kenbaar zou zijn dat vereist was dat degene die de fout maakte, zich daarvan bewust moest zijn en dus – in dit geval – voor dekking vereist zou zijn dat de bestuurder zich diende te realiseren dat er (nog) vet in de versnellingsbak aanwezig was. Het hof verwerpt het betoog van Achmea dat het woord “onoordeelkundig” een uit onwetendheid gemaakte fout uitsluit en andere aanwijzingen daarvoor zijn door Achmea ook niet in de context van haar verweer aangevoerd. Een dergelijke fout zal iemand immers juist maken, als die persoon zich niet bewust was van zo’n omstandigheid. Er blijkt niet van concrete aanwijzingen in de tekst van dit beding of elders in de polisvoorwaarden dat schade die het gevolg is van zo’n fout, gemaakt uit onwetendheid, niet begrepen zou zijn onder de dekking voor “
onoordeelkundige of foutieve bediening”.
onoordeelkundige of foutieve bediening” van de graafmachine, in de zin van paragraaf 19 van de polisvoorwaarden. Er is daarom sprake van dekking van het voorval onder de polis, Achmea is daarom gehouden tot uitkering.
onvoldoende of onoordeelkundig onderhoud”. Op dit punt heeft Achmea onvoldoende gesteld. Zij stelt niet dat het inbrengen van het vet als (gebruikelijke) onderhoudswerkzaamheden kunnen worden gezien. De verklaring – ter zitting – van [de B.V.] dat vet alleen wordt ingebracht als de motor kapot is en de machine getransporteerd of weggesleept moet worden, is door Achmea ook niet voldoende gemotiveerd weersproken. Achmea stelt daarom onvoldoende dat het aanbrengen of het niet verwijderen van vet gekwalificeerd kan worden als onderhoud van de graafmachine en daarmede ook niet voldoende om aan te nemen dat het inbrengen of niet verwijderen van het vet als “
onvoldoende of onoordeelkundig onderhoud” kan worden gekwalificeerd. Voor zover Achmea zich beroept op de uitsluiting voor schade die het gevolg is van slijtage stelt en onderbouwt zij onvoldoende dat de schade die is ontstaan door het verbranden van het vet als slijtage kan worden gekwalificeerd.
onoordeelkundige of foutieve bediening”, geldt dat onduidelijk is gebleven wie het vet in de versnellingsbak heeft ingebracht en met welke reden dat is gedaan. Achmea stelt tegen die achtergrond onvoldoende concrete feiten en omstandigheden waaruit zou volgen dat er sprake is geweest van merkelijke schuld aan de zijde van de verzekerde ten aanzien van het inbrengen van het vet, het niet verwijderen van het vet of het gebruiken van de graafmachine terwijl er nog vet in de versnellingsbak aanwezig was.